“De echte discussie is dus niet of de procureur-generaal erbij hoort, maar hoe je onafhankelijkheid en rechtsstatelijkheid rond het Openbaar Ministerie versterkt. Daar hoort het debat thuis”. Voor mensen met een “Korte Lont“ is dat moeilijk te verkroppen. Precies daar is het verschil van inzicht tussen ons.
Tegenover mijn korte lont, waar ik trots op ben, staat je boeveninborst waardoor rechtsstatelijk denken en handelen voor ons verschilt in betekenis.
Een relevante opmerking is dat er geen sprake van dwaling is maar een bewuste constitutioneel ontworpen tweedeling: vervolging en berechting zijn gescheiden rollen.
Klopt, maar dit moet zijn binnen een staatsbestel en niet een rechterlijk domein. Daar is afgeweken van de gangbare staatsrechtelijke verhoudingen. Ook al is dat bewust gedaan dan nog is er sprake van dwaling.
De rechtsvraag of de procureur-generaal volgens het geldende Surinaamse constitutionele recht tot de “Rechterlijke Macht” behoort is niet ter discussie. De discussie is of dat Staatsrechtelijk correct was bij de invoering.
De betekenis van het grondwettelijke onderscheid tussen “Rechterlijke Macht” en “Rechterlijke Macht met rechtspraak belast” is ook helder en past inderdaad bij die dwaling van 1975.
Voor de huidige bestuurlijke rechtsstatelijke verhoudingen heeft dat ook consequenties. Zij die het niet begrijpen zullen het nooit snappen.
Niet zondermeer heeft de grondwetgever in artikel 141 lid 3 bepaald dat aan deze groep rechterlijke functionarissen de geldelijke voorzieningen ten behoeve van hen en hun nabestaanden bij wet geregeld moeten worden.
Ook hier is de scheiding evident tussen het Openbaar Bestuur en de Rechterlijke Macht. De Rechterlijke Macht is altijd met rechtspraak belast.
Nu gebleken is dat Blomhoff en Santokhi syoniem zijn valt het beter te begrijpen waarom de onaflatende verdediging van de positie van de PG binnen de rechterlijke macht voor deze man een levenszaak is.
Het heeft onder andere te maken met de morele plicht van Santokhi als gewezen president die samen met deze PG binnen het Openbaar Bestuur van de Republiek Suriname, zodanige handelingen gepleegd heeft waarvan de bewijzen van sommige gevallen vooralsnog tot de onvoltooid verleden tijd behoren.
Daar de aanleiding van deze discussie is ontstaan door de ingediende initiatiefwetsvoorstellen over de Rechterlijke Macht, wordt deze discussie mijnerzijds ook afgesloten.
Eugène van der San
Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor meer informatie of om zelf een ingezonden bericht te sturen, kunt u contact opnemen via [email protected] of direct via WhatsApp.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud








