De uitgifte van domeingrond door het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) is in 2023 niet volgens de wet uitgevoerd.
Dat concludeert de Rekenkamer van Suriname in haar meest recente rechtmatigheidsonderzoek, gepubliceerd in augustus 2025. Uit het rapport blijkt dat dezelfde tekortkomingen die al sinds 2018 bestaan, grotendeels onveranderd zijn gebleven.
De Rekenkamer onderzocht of de toewijzing van domeingronden conform de wettelijke voorschriften verliep. Uit het onderzoek blijkt dat meerdere essentiële procedures niet worden nageleefd.
Zo worden beschikbare domeingronden niet gepubliceerd in het Advertentieblad van de Republiek Suriname, zoals wettelijk verplicht is.
Daarnaast ontbreken bij veel aanvragen de noodzakelijke documenten, en worden soms meerdere percelen aan één persoon toegewezen, wat in strijd is met het Decreet Uitgifte Domeingrond.
Hoewel het ministerie beschikt over een afdeling Interne Controle, constateert de Rekenkamer dat deze nauwelijks toezicht houdt op de naleving van de regels.
Hierdoor blijven, volgens de instelling, “de onduidelijkheid en speculaties over gronduitgifte voortbestaan.” De Rekenkamer komt dan ook tot de harde conclusie dat “de uitgifte van domeingrond in 2023 niet rechtmatig is geschied.”
De kwestie heeft inmiddels ook politieke aandacht gekregen. PL-parlementariër Bronto Somohardjo heeft aangegeven dat de vaste commissie GBB in De Nationale Assemblée zich buigt over de bevindingen.
“Wij willen precies weten om hoeveel grond het gaat, hoeveel burgers hierdoor benadeeld zijn en wat de juridische gevolgen zijn voor de Staat Suriname,” aldus Somohardjo.
De verwachting is dat de commissie de minister binnenkort zal uitnodigen voor een toelichting en dat het parlement concrete aanbevelingen zal formuleren om structurele misstanden in het proces van gronduitgifte te voorkomen.



