De vaste parlementaire commissie voor Openbare Werken en Ruimtelijke Ordening (OWRO) van De Nationale Assemblée heeft een uitgebreide presentatie ontvangen over de ontwerpwet Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO).
Minister Stephen Tsang lichtte samen met zijn staf de vernieuwde aanpak van ruimtelijke ordening toe, waarbij hij benadrukte dat modernisering dringend nodig is om het versnipperde bestaande stelsel van sectorale regels te vervangen.
De ontwerpwet introduceert een geïntegreerd planproces voor korte, middellange en lange termijn, bedoeld om het Surinaamse grondgebied op een duurzame, samenhangende manier te organiseren.
Tijdens de vergadering lieten verschillende commissieleden merken dat zij wel degelijk kritische vragen hebben over de uitvoerbaarheid en de wijze waarop de invoering vorm moet krijgen.
Toelichting op moderne visie achter ontwerpwet
Sohrabali Kadribaks, werkzaam bij het Directoraat Ruimtelijke Ordening, presenteerde de inhoudelijke kern van de wet.
De ontwerpwet is gebaseerd op het uitgangspunt dat fysieke ruimtelijke ordening een voorwaarde is voor duurzame sociaaleconomische groei.
De nieuwe aanpak moet zorgen voor samenhang tussen natuurbeheer, infrastructuur, woningbouw, economische zones en maatschappelijke voorzieningen. De wet vervangt een reeks losse bepalingen door een uniform, nationaal kader.
Belangrijkste beleidsdoelen volgens artikel 3
In artikel 3 van de ontwerpwet zijn vier centrale doelstellingen opgenomen.
De wet richt zich op het duurzaam afstemmen van veiligheid en welzijn op de draagkracht van de natuurlijke omgeving, het verantwoord inrichten van het grondgebied op basis van gebiedspotenties, het versterken van maatschappelijk bewustzijn over het belang van ruimtelijke ordening en het stimuleren van nauwe samenwerking tussen overheid en private sector om beleid uitvoerbaar te maken.
Deze beleidsdoelen sluiten aan op internationale best practices op het gebied van nationale planvorming.
Kritische vragen parlementaire commissie
Tijdens de bespreking gingen de commissieleden inhoudelijk in op verschillende onderdelen van het wetsvoorstel.
Daarbij uitten zij onder meer zorgen over de praktische invoering, de noodzakelijke transitieperiode tussen oud en nieuw beleid en de borging van participatie van lokale gemeenschappen.
Ook vroegen commissieleden hoe de overheid de nieuwe verplichtingen uitvoerbaar maakt voor sectoren die al kampen met beperkte institutionele capaciteit.
Zij benadrukten dat een zorgvuldige introductie cruciaal is om draagvlak te creëren en inconsistentie in de uitvoering te voorkomen.
Tsang verklaarde dat de aangedragen opmerkingen en aanbevelingen worden verwerkt in een herziene versie van het wetsvoorstel. Deze aangepaste versie zal in een volgende vergadering opnieuw met de commissie worden besproken.
Onder de aanwezigen waren ook onderdirecteur Earl Djojokasiran en Claudine Sakimin, directeur Ruimtelijke Ordening bij OWRO, die beiden aanvullende technische toelichtingen gaven.







