In Suriname ligt de focus in het onderwijs vaak op het aanleren van feiten, cijfers en vaardigheden. Maar kennis alleen is niet genoeg.
Jongeren moeten ook leren wie ze zijn, waar ze vandaan komen en hoe ze samen een land vormen. Dat noemen we natievorming, en het hoort een belangrijk onderdeel te zijn van ons onderwijs.
Veel kinderen weten weinig over de geschiedenis en de verschillende culturen van Suriname. Ze zijn wél bekend met buitenlandse trends en beroemdheden, maar voelen zich minder verbonden met hun eigen land.
Dat is zorgelijk. Want als jongeren zich niet thuis voelen in hun eigen land, hoe kunnen ze er dan verantwoordelijkheid voor nemen?
Onderwijs moet niet alleen kennis overdragen, maar ook gevoel en betrokkenheid meegeven. Leerlingen zouden moeten leren over de Surinaamse geschiedenis, cultuur, natuur en het belang van gemeenschapsgevoel.
Ze moeten begrijpen dat alle bevolkingsgroepen samen Suriname vormen, en dat die diversiteit juist een kracht is. Alleen zo kunnen we echte verbondenheid creëren.
Wanneer natievorming ontbreekt of zwak ontwikkeld is, wordt dat vroeg of laat zichtbaar in de samenleving. Mensen gaan zich meer richten op hun eigen groep, belang of identiteit en verliezen het bredere plaatje van samenleven en samenwerking uit het oog.
Er ontstaat verdeeldheid, wantrouwen en een gevoel van “wij tegen zij” – tussen buurten, gemeenschappen of zelfs bevolkingsgroepen. Die verdeeldheid zorgt voor stagnatie, conflicten en sociale onrust.
Ook in de politiek zijn de gevolgen merkbaar. Zonder een sterk besef van nationale eenheid verandert leiderschap in een strijd om macht, in plaats van in dienstbaarheid aan het volk.
Politici richten zich dan vooral op kortetermijngewin of het bedienen van hun eigen achterban, in plaats van op het opbouwen van een gezamenlijke toekomst. Er is dan geen gevoel van verantwoordelijkheid voor het geheel – omdat dat gevoel nooit echt ontwikkeld is.
Volgens een diepere visie op mens en maatschappij is dit geen kwestie van beleid alleen, maar van innerlijk bewustzijn. Wie zichzelf ervaart als los van het geheel, leeft automatisch in angst, competitie of zelfbescherming.
Maar wie zichzelf ziet als deel van een groter geheel – van land, gemeenschap en geschiedenis – ontwikkelt vanzelf zorg, betrokkenheid en visie.
Precies dát zou onderwijs moeten stimuleren: het vormen van mensen die niet alleen slim zijn, maar ook verbonden en verantwoordelijk.
Natievorming betekent niet dat iedereen hetzelfde moet zijn. Het betekent juist dat we jongeren leren respect te hebben voor verschillen, en zich onderdeel te voelen van een groter geheel. Dat gevoel van verbondenheid zorgt ervoor dat mensen niet alleen voor zichzelf leven, maar ook iets willen bijdragen aan het land.
Het Ministerie van Onderwijs speelt een sleutelrol in het erkennen dat onderwijs meer is dan puur kennisoverdracht. Wat kinderen op school meekrijgen, bepaalt hoe ze denken, voelen en omgaan met anderen. Als we verbondenheid, stabiliteit en trots op Suriname willen versterken, moet dat op school beginnen.
Wanneer onderwijs geen verbinding schept tussen kennis en bewustzijn, blijft het oppervlakkig. En uit oppervlakkigheid groeit geen sterke samenleving – en zeker geen leiderschap dat het grotere geheel dient.
Suriname heeft onderwijs nodig dat opbouwt, verbindt en richting geeft.
Robby Tjauw-Foe
Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor meer informatie of om zelf een ingezonden bericht te sturen, kunt u contact opnemen via [email protected] of direct via WhatsApp.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud