Wet en wijsheid: De tussenkomst van juridische interpretatie

Wetboek

GFC NIEUWSREDACTIE- De voorzitter van DNL, Ir. Dharmvir Mungra, zegt het oneens te zijn met de zienswijze van een jurist in Suriname die in een bericht aan GFC Nieuws heeft uitgelegd dat er sprake is van een misvatting bij verschillende politieke partijen betreffende het ‘verbod op pre-electorale combinatie’.

Het betreffende wetsartikel verbiedt volgens de deskundige niet het ‘samengaan’. Sterker nog, zo’n verbod zou direct in strijd zijn met het internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten: het BUPO-verdrag.

Mungra schrijft naar aanleiding van het bericht op GFC het volgende.

Natuurlijk bestaat in theorie het recht op vereniging, maar hij gaat voorbij aan andere essentiële aspecten en argumenten die hierbij een grotere rol spelen.

Vrijheid van Vereniging is een fundamenteel mensenrecht dat in veel democratische samenlevingen wordt gewaardeerd.

Het recht om politieke combinaties te vormen kan worden gezien als een uitbreiding van dit recht en een weerspiegeling van de vrijheid van meningsuiting.

In een plurale samenleving zoals de Surinaamse, met zijn diversiteit aan rassen, culturen en religies, is het essentieel om een breed scala aan politieke opvattingen en belangen te vertegenwoordigen.

Beperkingen op het vormen van politieke combinaties kunnen de diversiteit aan standpunten verminderen en minderheden benadelen.

Politieke combinaties kunnen verschillende belangen vertegenwoordigen en bijdragen aan de transparantie en verantwoordingsplicht van het politieke proces.

De geldigheid van deze argumenten hangt af van de specifieke context en waarden van een samenleving. In een democratische samenleving dient te worden gestreefd naar een evenwicht tussen individuele vrijheden en het algemeen belang.

Het is belangrijk dat, indien dergelijke beperkingen worden vastgesteld, ze worden gehandhaafd op een manier die transparant, eerlijk en in overeenstemming is met grondwettelijke normen en mensenrechten.

Hij heeft zeker de colleges gemist waarbij het verschil tussen de letter en de geest van wetten wordt uitgelegd. De letter van de wet verwijst naar de exacte juridische formulering van de wet.

De geest van de wet verwijst echter naar de intentie en het doel van de wetgever bij het opstellen ervan. In een goed functionerend rechtsstelsel wordt aangenomen dat de geest van de wet essentieel is voor een rechtvaardige toepassing van de wet.

In sommige gevallen kan de geest van de wet voorrang hebben, vooral wanneer de letter tot onrechtvaardige resultaten zou leiden. Ik raad deze jurist aan zijn gemiste colleges alsnog te volgen.