In Suriname en ook op de voormalige Nederlandse Antillen is het normaal dat we er allemaal anders uitzien.
De één is licht, de ander donker, steil haar, kroeshaar, een mix van van alles en nog wat.
Niemand vraagt zich af of iemand er wel Surinaams of Antilliaans genoeg uitziet. Maar in Nederland ligt dat anders.
Wat me opvalt, en wat ik vaker hoor van landgenoten, is dat gladharige mensen met een lichte huid – zeg maar olijfkleurig of net-niet-blank – daar vaak worden aangezien voor Arabisch of Marokkaans.
Niet één keer, maar regelmatig. Op straat, in de trein, op het werk.
Deels is dat te verklaren. De meeste Surinamers zijn nou eenmaal donkerder, dus als een Nederlander aan Suriname denkt, heeft hij een vrij beperkt plaatje in z’n hoofd. En dat plaatje klopt niet met iemand die licht is en stijl haar heeft.
Maar het gaat verder. Het heeft ook te maken met snelle visuele oordelen.
Mensen zien een huidskleur of haartype dat ze niet direct kunnen plaatsen, en koppelen dat dan maar aan iets bekends, vaak Noord-Afrika of het Midden-Oosten. Zonder te vragen.
Surinamers in Nederland spreken vaak goed Nederlands, kleden zich westers, vallen minder op. Dus uiterlijk wordt het enige aanknopingspunt. En dan gaat het vaak mis.
In Nederlandse media zie je zelden de gemengde of lichte Surinamer.
Suriname wordt meestal geassocieerd met armoede, het binnenland of donkere Afro-Surinamers. Die eenzijdigheid zie je terug in hoe mensen denken.
Voor contact: patricia@gfcnieuws.com of direct via WhatsApp.