De Surinaamse luchtverkeersleiders slaan al meer dan tien jaar alarm. Tien jaar van brieven, protesten, onderhandelingen en mediaberichten.
Tien jaar roepen dat de luchtvaartveiligheid in gevaar is door onderbezetting, verouderde apparatuur, slechte werkomstandigheden en een salarissysteem dat totaal niet in verhouding staat tot de enorme verantwoordelijkheid die zij dragen.
En toch: niets verandert écht.
Het lijkt op een geschreeuw zonder einde, een herhaling van zetten waarbij de overheid altijd net genoeg pleisters plakt om de grootste crisis af te wenden, maar nooit de wond behandelt.
Zolang vliegtuigen blijven opstijgen en landen, lijkt men te denken dat de problemen wel meevallen. Maar schijnveiligheid is nog altijd onveiligheid.
Suriname heeft een luchtruim dat essentieel is voor internationale luchtvaart en economische ontwikkeling. Maar we vertrouwen dat luchtruim toe aan een te kleine groep professionals die voortdurend onder druk staan.
Eén fout, één moment van oververmoeidheid, of één apparaat dat uitvalt kan leiden tot een ramp met internationale proporties. Moeten we wachten tot het misgaat voordat er écht wordt geluisterd?
Geen enkele regering — niet gisteren, niet vandaag — heeft het probleem duurzaam opgelost. Beloftes worden gedaan, rapporten worden geschreven, en vervolgens verdwijnt alles in een lade totdat de volgende crisis zich aandient.
Ondertussen raken luchtverkeersleiders gedemotiveerd en vertrekken naar het buitenland, waar hun expertise wel wordt gewaardeerd.
Hoeveel hersenen kan Suriname zich veroorloven te verliezen?
Als de mensen die ons luchtruim veilig houden aangeven dat het systeem faalt, moet dat niet worden gezien als klagen — maar als een waarschuwing om ellende te voorkomen. Dit is geen wens, geen luxe, geen zakelijk gevecht. Dit gaat over mensenlevens.
De luchtvaart is geen sector waarin men “maar een beetje kan aankloten”. Het is een keten waar één zwakke schakel catastrofaal kan zijn. We hebben leiders nodig die dit begrijpen, en die bereid zijn verder te denken dan de politieke cyclus van vijf jaar.
De vraag is dus niet langer: is er een probleem?
De vraag is: wanneer komt er eindelijk een oplossing?
En belangrijker: komt die op tijd?
Ben M.D.
Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor meer informatie of om zelf een ingezonden bericht te sturen, kunt u contact opnemen via [email protected] of direct via WhatsApp.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud



