De afgelopen maanden is veel te doen over het grondbeleid en de vraag of duizenden gronduitgiften wel rechtsgeldig zijn.
President Simons verklaarde onlangs dat alle uitgiften van de laatste vijf jaar “nietig” zijn. Een bekende bestuurskundige E. van de S. begaf zich op zelf op juridisch glad ijs op dit stuk. Maar: kan dat eigenlijk wel zomaar? Om dit begrijpelijk uit te leggen, schets ik een eenvoudige fictieve casus die veel lijkt op situaties die in de praktijk kunnen voorkomen.
Casus – Het perceel van Para (fictief)
Stel: in 2021 krijgt de heer Sambo. een perceel van 15 hectare toegewezen voor een landbouwproject. Later (in november 2025) ontdekt het ministerie dat de hele voorbereiding van die gronduitgifte is gedaan door een extern bureau, en niet door de officiële diensten van het ministerie.
Dat is vreemd, want de Anti-Corruptiewet zegt in artikel 13 dat alleen de bevoegde overheidsdiensten die voorbereiding mogen doen.
Daarnaast ontbreken er verplichte documenten, zoals het advies of het perceel niet al in gebruik was, en er duikt zelfs een mogelijke belangenverstrengeling op. Het lijkt dus allesbehalve netjes verlopen.
Wat is de juridische vraag?
Heel simpel gezegd: Is de beschikking van de heer Sambo. automatisch ongeldig door deze fouten, of moet iemand – een ministerie of een rechter – dat nog officieel vaststellen?
Waarom dit belangrijk is
Artikel 13 van de Anti-Corruptiewet zegt dat besluiten die in strijd met de wettelijke regels zijn genomen, “nietig zijn”. Dat klinkt alsof zo’n besluit automatisch verdwijnt. Maar in de rechtspraktijk werkt het zo helaas niet. Een besluit kan theoretisch “nietig” zijn, maar in de echte wereld blijft het bestaan totdat iemand bevoegd vaststelt dat het écht ongeldig is.
Waarom? Omdat burgers moeten weten waar ze aan toe zijn. Je kunt moeilijk van mensen verwachten dat ze zelf maar gaan raden of hun beschikking stilzwijgend vervallen is. Zo werkt een rechtsstaat niet.
Daarom: zelfs als een beschikking volgens de wet materieel nietig is (inhoudelijk ongeldig), moet dat in de praktijk nog formeel worden vastgesteld door een rechter.
Anders ontstaat er chaos: investeerders weten niet meer of hun grond van hen is, banken durven geen leningen meer te verstrekken, en niemand weet welke stukken nog rechtskracht hebben.
De kern van mijn boodschap
Nietigheid is geen politiek toverwoord dat met één persconferentie duizenden beschikkingen laat verdwijnen. Het is een juridisch instrument dat zorgvuldig moet worden toegepast, dossier per dossier.
Wie écht een einde wil maken aan misstanden in het grondbeleid, moet het recht volgen – niet omzeilen. Want de strijd tegen corruptie begint niet met grote woorden, maar met nauwkeurige, eerlijke procedures.
Johan Blomhoff
Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor meer informatie of om zelf een ingezonden bericht te sturen, kunt u contact opnemen via [email protected] of direct via WhatsApp.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud








