Wanneer een fractieleider in De Nationale Assemblee openlijk spreekt over “maffiapraktijken” binnen het bankwezen, is dat geen slip of the tongue — het is een alarmsignaal. De uitlatingen van VHP-fractieleider Asis Gajadien, gedaan tijdens een interview bij Sun Web TV, hebben opnieuw de schijnwerpers gezet op een valutamarkt die al jaren kreunt onder gebrek aan transparantie, machtsconcentratie en wantrouwen.
De Surinaamse samenleving kent al lang de chaos van koersschommelingen, maar zelden wordt zo direct gesproken over de spelers die volgens velen het spel bepalen.
De vraag is niet alleen wie profiteert, maar ook wie lijdt onder een systeem waarin toegang tot valuta soms voelt als een privilege in plaats van een recht.
Banken als dominante spelers — en toch vaak buiten schot
Volgens Gajadien wordt het publieke debat te vaak versmald tot kritiek op cambio’s, alsof zij de primaire motor zijn achter koersstijgingen. Maar de cijfers, zegt hij, vertellen een andere waarheid: het grootste volume aan vreemde valuta zit bij de banken, niet bij de cambio’s.
Dat betekent dat de wisselkoers veel meer beïnvloed wordt door institutionele banken dan vaak wordt toegegeven. Daarmee schuift de discussie plots van “straatcambio’s manipuleren de markt” naar:
Wie bestuurt eigenlijk de markt achter gesloten deuren?
“Maffia” is een zware beschuldiging — maar het wijst op een diep wantrouwen
Wanneer een volksvertegenwoordiger bankdirecteuren en treasury holders bestempelt als “maffia”, is dat niet zomaar retoriek. Het wijst op een gênant diepgeworteld wantrouwen richting financiële instellingen.
De beschuldiging is duidelijk:
-
bankdirecteuren bepalen wie wel of geen toegang krijgt tot valuta;
-
treasury-afdelingen bepalen intern de koers;
-
het systeem functioneert volgens eigen belangen in plaats van nationale belangen.
In een land dat al jaren worstelt met koersinstabiliteit en bankencrises, zijn zulke beschuldigingen explosief — omdat ze voor veel burgers herkenbaar klinken.
De rol van de Centrale Bank: toezichthouder of toeschouwer?
Gajadien stelt terecht kritische vragen bij de rol van de Centrale Bank van Suriname (CBvS).
Met name de manier waarop de CBvS valuta verhandelt en verdeelt, blijft een punt van discussie.
Als de banken werkelijk de grootste volumes beheren en de koers feitelijk kunnen beïnvloeden, dan moet de vraag gesteld worden:
Waar is de regie van de Centrale Bank?
En misschien nog belangrijker:
Waarom ontbreekt structurele transparantie over de handelsstromen van valuta?
Een toezichthouder die niet effectief toeziet, creëert ruimte voor machtsspelletjes — en precies dat lijkt nu te worden aangekaart.
Het echte probleem: een valutamarkt zonder vertrouwen
Koersinstabiliteit is niet alleen een technisch probleem.
Het is een vertrouwensprobleem.
Wanneer burgers geloven dat:
-
banken de koers bepalen,
-
cambio’s worden gebruikt als bliksemafleider,
-
de Centrale Bank niet ingrijpt,
-
en toegang tot dollars afhankelijk is van connecties,
dan ontstaat er een economie waarin wantrouwen sterker wordt dan beleid. En een valutamarkt zonder vertrouwen is een land zonder koers — letterlijk én figuurlijk.
Het is te makkelijk om Gajadien’s woorden af te doen als politiek vuurwerk. Wat hij aansnijdt, is een structureel probleem dat al regeringen lang meegaat, ongeacht politieke kleur.
De samenleving heeft behoefte aan:
-
transparantie in de valutastromen,
-
duidelijke regels voor allocatie van valuta,
-
openbaar toezicht op bankpraktijken,
-
en een Centrale Bank die daadwerkelijk de regie voert.
Zonder die elementen blijven we hangen in een systeem waarin geruchten floreren en vertrouwen verdwijnt.
Suriname kan zich geen valutamarkt permitteren die voelt als een gesloten bolwerk
De uitspraken van Gajadien zijn ernstig. Maar de situatie die hij beschrijft is nog ernstiger.
Een land kan alleen vooruit als burgers geloven dat regels eerlijk zijn en dat de financiële markt functioneert in het algemeen belang.
Zolang er sterke aanwijzingen zijn dat de valutamarkt wordt gestuurd door kleine groepen met disproportionele macht, blijft het volk de rekening betalen — letterlijk.
De vraag is nu: Wie heeft de moed om de waarheid te onderzoeken, in plaats van de boodschapper aan te vallen?
D. Karamat-Ali
Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor meer informatie of om zelf een ingezonden bericht te sturen, kunt u contact opnemen via [email protected] of direct via WhatsApp.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud








