In Finland bestaat al jaren een opmerkelijk systeem dat sommige Surinamers interessant zouden kunnen vinden.
Daar worden verkeersboetes niet op een vast bedrag gebaseerd, maar op het inkomen van de overtreder.
Wie meer verdient, betaalt dus ook meer. GFC Nieuws onderzocht of zo’n model ook in Suriname denkbaar zou zijn.
In het Scandinavische land hanteert men zogeheten dagboetes. De politie bepaalt aan de hand van het netto-inkomen van de bestuurder hoeveel een boete moet bedragen.
Een miljonair kan daardoor voor dezelfde overtreding tienduizenden euro’s betalen, terwijl iemand met een laag inkomen slechts enkele tientjes kwijt is.
Het doel is niet om te straffen op rijkdom, maar om de impact van de boete voor iedereen even zwaar te laten voelen.
Zo kreeg een Finse zakenman ooit een boete van ruim 100.000 euro voor te hard rijden, omdat zijn inkomen uitzonderlijk hoog was.
Volgens de Finse autoriteiten zorgt deze aanpak voor meer rechtvaardigheid en minder herhaling van overtredingen.
Toch kent het systeem ook uitdagingen. Om inkomensafhankelijke boetes te kunnen opleggen, moet de overheid over betrouwbare inkomensgegevens beschikken.
In landen met veel informele inkomsten, zoals Suriname, zou dat lastig zijn.
Bovendien rijst de vraag of zulke hoge boetes maatschappelijk aanvaardbaar zijn en of de politie eerlijk en transparant kan omgaan met gevoelige financiële data.
Toch klinkt het idee van eerlijkere boetes ergens logisch. Een flatrate boete van duizend SRD raakt iemand met een minimumloon veel harder dan een bestuurder met een maandinkomen van honderdduizend.
Misschien is het in de toekomst tijd om ook in Suriname te denken over een systeem dat de portemonnee evenredig laat voelen wat verantwoordelijkheid op de weg betekent.