VSB organiseerde een Srefidensi Private Sector Congress 2025 en blikte met nationale en internationale experts vooruit op de komende 50 jaar economische en bestuurlijke ontwikkeling van Suriname.
Tijdens het congres stonden duurzame groei, institutionele versterking en de rol van publieke én private sector centraal.
Het evenement opende met een datagedreven analyse van dr. Gavin Ooft (Suriname Economic Oversight Board) onder moderatie van Karin Refos.
Ooft schetste de structurele kwetsbaarheid van de Surinaamse economie, die sinds de jaren ’70 verschoven is van bauxiet naar goud en binnenkort olie, zonder fundamentele diversificatie. Hierdoor blijft Suriname zeer gevoelig voor internationale prijsbewegingen en geopolitieke risico’s.
Hij benadrukte dat economische groei onvoldoende is omgezet in sociale ontwikkeling, mede door ongelijke toegang tot onderwijs en een arbeidsmarkt die niet aansluit op de behoeften van moderne sectoren. Volgens Ooft moet Suriname evolueren naar een “waarde-economie”, gebaseerd op sterke instituties, human capital en ondernemerschap.
Macro-economische ontwikkeling: lessen uit 50 jaar onafhankelijkheid
In het daaropvolgende panel gingen Rekha Bissumbhar (VSB), Karel Eckhorst (IMF), Saira Jahangir-Abdoelrahman (Centrale Bank van Suriname) en Steven Debipersad (VES) dieper in op de analyses.
Bissumbhar stelde de kernvraag: “Hebben we als land echt reden om tevreden te zijn na 50 jaar onafhankelijkheid?”
Zij benadrukte vijf aandachtspunten voor de toekomst: zelfreflectie, een langetermijnvisie die regeringen overstijgt, gerichte investeringen in vaardigheden, economische diversificatie en structurele samenwerking tussen overheid, private sector, vakbeweging en samenleving.
IMF-economist Karel Eckhorst wees erop dat duurzame ontwikkeling onmogelijk is zonder institutionele hervormingen.
Hij herinnerde aan eerdere analyses waarin Suriname werd gekenmerkt door “extractieve instituties”: structuren ontworpen om waarde te exporteren, niet om nationale ontwikkeling te ondersteunen.
Volgens hem is deze historische erfenis nog steeds zichtbaar in de manier waarop kapitaal en arbeid worden gewaardeerd.
Politiek-bestuurlijke evolutie
Het tweede panel, voorafgegaan door een keynote van Hans Lim A Po (FHR Institute for Higher Education), richtte zich op bestuurlijke vernieuwing.
Lim A Po benadrukte dat een duurzame toekomst afhankelijk is van een stabiele machtsbalans tussen staat en samenleving, gedragen door collectief leiderschap en een langetermijnstrategie.
Onder leiding van moderator Jeff Cramer discussieerden Andrew Baasaron (Minister EZOTI), historicus Maurits Hassankhan, Sharda Ganga (Projekta) en advocaat Serena Essed over de politieke evolutie van de afgelopen vijf decennia.
Baasaron pleitte voor structurele betrokkenheid van civil society in nationale overlegmodellen. Sharda Ganga benadrukte dat naast langetermijnvisie ook directe, participatieve uitvoering noodzakelijk is.
Governance als fundament voor de toekomst
In zijn slotreflectie schetste Gaetano Best een optimistisch toekomstbeeld waarin goed bestuur centraal staat.
Hij benadrukte dat sterke instellingen – bedrijven, overheidsorganisaties en maatschappelijke organisaties – essentieel zijn voor een welvarend Suriname.
Slecht bestuur, zo stelde hij, leidt overal ter wereld tot maatschappelijke schade, en Suriname moet actief investeren in systemen die transparantie, verantwoordelijkheid en integriteit waarborgen.
Best kondigde tevens de officiële lancering aan van het Centrum voor Goed Bestuur, een initiatief van VSB en Projekta, dat zich zal inzetten voor versterking van governance en maatschappelijke verantwoordelijkheid.
