GFC NIEUWSREDACTIE- Het aantal bezoekers dat naar Suriname komt na de periode van reisbeperkingen door Covid-19 neemt volgens cijfers van Luchthavenbeheer toe.
Van januari tot april dit jaar werden er in totaal 111.638 aankomende en vertrekkende passagiers afgehandeld op de luchthaven. In vergelijking met de 145.194 in 2019 dus een gemiddeld herstel van 76,3 procent.
De verschillende spelers in de sector ervaren echter een langzame opstart en veel uitdagingen, toch erkennen ze allen de potentie die de sector toerisme in zich herbergt.
Sylvia Ang is voorzitter van de Suriname Hospitality and Tourism Association (SHATA) en ze ziet grote potentie in de sector, mits de overheid zich committeert aan ordening en vooral consequent beleid. Dat zou ervoor kunnen zorgen dat er meer toeristen komen. “Ik geef maar een voorbeeld.
Brownsberg is een van de belangrijkste toeristische attracties, toch wordt er daar gemijnd. Dat betekent dat de overheid toerisme niet als prioriteit ziet. Er is consequente commitment nodig”, zegt Ang die wel toegeeft dat het ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT) SHATA ondersteunt. “Maar de gehele regering moet deze prioriteit erkennen.”
Ang komt net van de 50+ beurs in Utrecht en heeft gemerkt dat veel bezoekers die de stand van Suriname bezochten Suriname al kenden of specifiek geïnteresseerd zijn in ons land. “Er waren positieve ervaringen, maar ook veel vragen over veiligheid. Protesten en berovingen worden vaak breed uitgemeten in het buitenland en de Nederlandse bezoeker neemt niet graag risico’s.”
De SHATA-voorzitter merkt ook op dat de infrastructuur naar toeristische highlights, zoals de Raleighvallen en Blanche Marievallen ook prioriteit moet zijn voor de regering.
Langzame start
SHATA spreekt van een langzame start na de piek van Covid-19 omdat de cijfers van de NV Luchthavenbeheer die hierboven genoemd zijn niet toegespitst zijn op soort bezoekers. “Voor hotels zijn deze cijfers misschien veelbelovend, maar voor de groep touroperators en gidsen is de klap van Covid-19 hard geweest en nog niet voorbij. Als er geen echte toeristen zijn, heeft deze groep geen werk”, zegt ze.
Anderzijds ziet ze ook dat er vanuit de bedrijven weinig initiatieven zijn om te starten met andere producten. “Met het wegvallen van Berg en Dal, Palumeu en Awarradam zijn er beduidend minder attracties voor de toerist. En vanuit de bedrijven zien we toch dat investeerders huiverig zijn om in dat gat te springen. Zeker met de steeds dalende waarde van de SRD en het gebrek aan personeel is dat niet aantrekkelijk voor hen.”
Vertrouwen
Volgens Errol Gezius, die secretaris is van de organisatie United Tourguides Suriname (UTGS), is er meer vertrouwen nodig om mensen weer emplooi te laten zoeken in de sector.
“We zien dat nadat de reisbeperkingen waren opgeheven en het land en de oorden weer open gingen een heleboel gidsen niet meer beschikbaar waren voor dit beroep. Niet vreemd, want ze zijn misschien elders gaan werken en hebben contracten gesloten voor langere tijd, of ze zijn gaan opereren in sectoren die beter betalen. Denk maar aan de goudsector die tijdens Covid-19 niet waren gestopt.”
Zowel hij als Ang ziet grote potentie in de sector. “Omdat zelfs de kleinste ondernemer wat kan verdienen aan toerisme. De sector heeft zo een grote spin-off dat er veel toeleveringsdiensten zijn en dat maakt dat het verdiende geld een enorme omloopsnelheid heeft in deze sector.”
Ang legt net als Gezius uit dat we als land moeten meeliften met de ontwikkelingen in de olie- en gassector omdat ook die groep vertier en vrijetijdsbesteding nodig heeft. Gezius: “Daarnaast zou de overheid nu al moeten bepalen dat een deel van de inkomsten uit de oliesector naar het toerisme gaat.”
Zelf beheren
Jan van Charante is groepsvertegenwoordiger van de sector toerisme bij de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB). Hij pleit ervoor dat de overheid de toerismesector niet alleen betrekt, maar ook veel meer overlaat aan de sector zelf.
“Ik denk dat veel echte ondernemers niet tevreden zijn over hoe de overheid het toerisme aanpakt. We willen zelf bepalen. Zo werkt het in de wereld. Laat de overheid daarom een percentage van de retentiedollars die ze nu ontvangt alloceren voor het toerisme. En dat geld moet de private sector zelf beheren”, vindt Van Charante.
“Daarnaast mis ik visie bij de overheid. Waar wil ze naartoe met de gebieden in het binnenland die bezocht worden door toeristen? Hoe moet de ontwikkeling er daar uit zien?”
Volgens Van Charante is al heel lang bekend dat Suriname cultuur, natuur, heritage en events heeft. “Het land moet langs die lijnen gepromoot worden. Dat is wat de overheid moet doen. Bedrijven kunnen geen branding van een land doen.”
Hij erkent ook dat Covid-19 veel heeft kapotgemaakt in de sector. “Maar daarin is Suriname niet uniek. We hebben hier het feesten weer opgepakt en zijn niet zo verhard als de rest van de wereld uit de Covid-19 hoogtijdagen gekomen. Dat mag een plus heten.” In de veertig jaar dat Van Charante in de horecabranche zit, heeft hij veel ontwikkeling gezien en hij is matig positief. “Toen ik hier met ‘t Vat begon, was er alleen maar Torarica en kijk hoe deze omgeving is gaan veranderen. Dat is gekomen door het werk dat kleine bundelingen zoals Stichting Uitgaanscentrum Paramaribo (SUP) hebben verzet. Nu kan je dit gebied niet wegdenken in het toerisme. We moeten vooral blijven werken in de bundelingen en dan kunnen we bij de overheid aandringen op het formuleren van een visie en om geld daarvoor vrij te maken dat wij zelf kunnen beheren.”
Samenwerking
Rabin Boeddha is sinds november 2020 directeur Toerisme van TCT. Hij ziet in zijn benoeming een commitment van deze regering aan het doen herleven van het toerisme in Suriname. “Die commitment hebben we genoegzaam getoond door de sector te ondersteunen om beurzen te bezoeken. Wat we wel vragen, is dat de sector onderling beter samenwerkt, zodat het principe public private partnership beter tot uiting komt. De sleutel tot het ontwikkelen van de sector is samenwerking”, zegt Boeddha.
Hij is het er helemaal mee eens dat er een visie nodig is voor de ontwikkeling van deze sector en daar geeft het ministerie nu uiting aan. “We hebben een strategisch ontwikkelingsplan geschreven voor het toerisme waarbij we in alle districten de sector gaan versterken en gaan werken met de sterktes per district. We doen geen ‘one size fits all’, maar we gaan per district een strategisch ontwikkelingsplan schrijven.”
Dat werd ook duidelijk tijdens de toerismeweek die TCT had geïntroduceerd rondom World Tourism Day op 27 september. “We hebben in een aantal districten op verschillende dagen activiteiten gehouden om de mensen bewust te maken van de mogelijkheden die het toerisme biedt.” Waar Boeddha heel blij mee is, is dat de twee conceptwetten die van belang zijn om ordening te realiseren in de sector mogelijk in de maand oktober door De Nationale Assemblee (DNA) behandeld zullen worden.
“Na jaren en jaren van praten zijn de Toerismeraamwet en de Wet Toerismeautoriteit aan DNA aangeboden. De wetten zijn al voorbij de Staatsraad en er is al een commissie van rapporteurs benoemd om ze te behandelen. Ik hoop dat ze in oktober behandeld worden”, zegt de directeur hoopvol. “Dan hebben wij als overheid onze plicht gedaan om de sector te faciliteren en dan kunnen we daar maximaal inhoud aan geven.” Boeddha kondigt aan dat er ook een destinatiegids komt, een marketing en branding onderzoek volgend jaar en een supply chain analyse voor de sector.
Innovatie
Een van de districten die veel te maken krijgt met (lokale) bezoekers is het district Para. In de vakantie bezoeken volgens de Bestuursdienst wel 10.000 mensen per weekend de Para-oorden. De oorden bleken na Covid-19 en na een periode van wateroverlast in grote problemen. TCT, de Federatie van Para Plantages (FPP) en de SHATA hebben in het kader van herstel en ontwikkeling van de toerisme- en recreatiesector, in het bijzonder de Para-oorden, op 30 mei een Memorandum of Understanding getekend met de Hakrinbank NV.
Daarbij is er gewerkt aan een oplossing om deze en andere oorden te kunnen voorzien van een zachte lening om toch boven water te komen. Vanessa Codrington Manager Innovation and Digital Channels van de Hakrinbank NV legt uit dat het de bedoeling is om, in eerste instantie de Para-oorden en op een later tijdstip ook de hele toerismesector, naar een volgend niveau te helpen tillen.
“We hebben een Memorandum of Understanding getekend om in eerste instantie met vijf Para-oorden te starten aan het digitaal boekingsplatform Sucation. Een innovatief idee dat er ook voor kan zorgen dat de inkomsten van de oorden meer worden en ze daardoor makkelijker in staat zijn hun financiële verplichtingen na te komen. Want dat zal ook via dit portaal gaan”, zegt Codrington.
De aanvragen voor deelname stromen binnen, maar omdat het hier een initiatief betreft van de Hakrinbank NV, die onder toezicht staat van de Centrale Bank van Suriname, worden deze aanvragen voorzichtig gescreend en moeten ze allemaal een on-boarding proces doormaken.
“Betalingen voor de attracties en oorden zullen vooralsnog niet in vreemde valuta en ook niet vanuit het buitenland kunnen.” Met deze innovatie is duidelijk dat de ontwikkeling in de sector hoewel langzaam, is gericht op de toekomst.
De Hakrinbank werkt eraan om Sucation nog voor de decembervakantie officieel te presenteren.
S. Gallant maakt deel uit van het freelance redactieteam van GFC Nieuws.
Voor contact: info@gfcnieuws.com