De brand die woensdagmiddag uitbrak op de voormalige vuilstortplaats te Charlesburg – in de volksmond bekend als ‘lande’ – heeft de kwetsbare positie van de Surinaamse brandweer opnieuw pijnlijk blootgelegd.
Door een lopende actie binnen het korps wordt niet uitgereden voor vuil- en grasbranden, wat ertoe heeft geleid dat de vlammen snel konden uitbreiden.
Brandweervoorlichter Olten Pinas benadrukt dat de actie al geruime tijd gaande is en voortkomt uit ernstige operationele tekorten.
Op sommige uitrukposten is geen brandblusvoertuig beschikbaar, wat directe risico’s oplevert voor mens, milieu en infrastructuur.
“Wij vragen al lange tijd om structurele oplossingen,” zegt Pinas. “Brandveiligheid is een basisrecht. Als wij niet de middelen krijgen om ons werk te doen, komt de veiligheid van de samenleving in gevaar.”
Hoewel de oorzaak van de brand nog niet bekend is, onderneemt de brandweer – waar mogelijk – actie om het vuur onder controle te krijgen. De dikke rookontwikkeling en hitte vormen echter een uitdaging, zeker nu volledige inzet van materieel niet gegarandeerd is.
De situatie in Charlesburg laat zien dat onderinvestering in de brandweer leidt tot grotere rampen en verhoogde kosten voor de staat. De brandweer roept de autoriteiten daarom op om spoedig werk te maken van:
aanvulling van brandblusvoertuigen en middelen
onderhoud en modernisering van bestaande apparatuur
versterking van personeel en voorzieningen op alle posten
een helder nationaal plan voor brandpreventie en -bestrijding
De brandweer hoopt dat de huidige situatie niet alleen tot bezorgdheid leidt, maar tot daadwerkelijke verandering, zodat Suriname bij iedere noodsituatie kan rekenen op een volledig inzetbare hulpdienst.



