In Suriname komt het onderwerp euthanasie zelden aan bod binnen families die geconfronteerd worden met een dierbare in de laatste levensfase.
Terwijl in landen als Nederland het gesprek hierover vaak wordt gevoerd en men wettelijk de mogelijkheid heeft om waardig afscheid te nemen door medische hulp bij het sterven, blijkt dit thema in Suriname eerder weggeduwd of verzwegen te worden.
Anekdotische observaties laten zien dat veel Surinamers kiezen voor een natuurlijk verloop van het sterven, zelfs wanneer er geen zicht meer is op herstel en de laatste fase gepaard gaat met lijden.
Familieleden benadrukken meestal dat het “in Gods handen ligt” of dat men de natuur zijn gang moet laten gaan.
Waarom dit verschil zo sterk aanwezig is, hangt samen met meerdere factoren, blijkt uit een analyse van GFC Nieuws Lifestyle.
Allereerst speelt religie een grote rol. In veel Surinaamse gezinnen is geloof diep verankerd in het dagelijks leven, en daarmee ook in de manier waarop men kijkt naar geboorte, ziekte en dood.
Daarnaast is er vaak een culturele waarde gehecht aan zorg tot het allerlaatste moment, waarbij het gezin zich verantwoordelijk voelt om de patiënt niet los te laten.
Ook kan de beperkte bekendheid met het onderwerp meespelen.
In Nederland wordt euthanasie breed besproken in media, zorginstellingen en wetgeving, terwijl in Suriname nauwelijks publieke debatten of beleidsdiscussies plaatsvinden.
Daardoor blijft het voor velen onbekend wat euthanasie precies inhoudt en welke afwegingen erachter zitten.
Hoewel dit onderwerp gevoelig ligt, roept het wel vragen op over hoe Suriname in de toekomst wil omgaan met medische ethiek en de keuzevrijheid van patiënten.
Voorlopig lijkt de voorkeur in het land te blijven bij een natuurlijk stervensproces, gedragen door familiebanden en religieuze overtuigingen, in plaats van een medische ingreep om het leven te beëindigen.