Surinamers in Nederland bereiken met minder inzet een hogere levenskwaliteit

rotterdam erasmusbrug

Ik heb het vaak gezien, maar het blijft wringen. Een Surinaamse kennis van mij woont al jaren in Nederland.

Ze werkt 32 uur per week bij een overheidsinstelling, heeft bijna elke vrijdag vrij en woont in een nieuwe sociale huurwoning in een nette wijk.

De supermarkt zit letterlijk onder haar woning. Geen stress, geen gesjouw, alles goed geregeld.

En dit is geen uitzondering. In alle regio’s van Nederland geldt dat minstens dertig procent van de woningbouw sociale huur moet zijn.

Daardoor wonen veel mensen met een bescheiden baan in comfortabele woningen, met toegang tot goede zorg, scholing en een degelijk vangnet.

Het is geen geheim dat de Nederlandse verzorgingsstaat mensen ondersteunt, ook als je geen hoge opleiding hebt of niet bijzonder ambitieus bent.

In Suriname zou diezelfde persoon het vaak niet redden. Veel van deze mensen hebben familie in Suriname die amper rondkomt.

Triest genoeg kijken ze vaak neer op hen, terwijl hun eigen leven grotendeels draait op gemak en steun van de overheid.

Begrijp me niet verkeerd: er zijn zeker Surinaamse Nederlanders die keihard gewerkt hebben en veel bereikt hebben — ondernemers, professionals, miljonairs zelfs. Maar dat is een ander verhaal.

In Suriname moet je doorgaans slimmer, creatiever en harder werken om vooruit te komen.

Er is nauwelijks vangnet, geen automatische kans op een huis of een uitkering. In Nederland kun je met minder inzet verder komen. En dát, durven velen niet hardop te zeggen.