Het Oropouche-virus (OROV), een tropisch virus dat tot voor kort vooral bekend was in het Amazonegebied, verspreidt zich in rap tempo naar nieuwe landen en baart gezondheidsdeskundigen grote zorgen.
Het virus, dat wordt overgebracht door kleine stekende vliegjes (knutten) en in mindere mate door muggen, veroorzaakt klachten die sterk lijken op dengue, Zika en chikungunya.
De symptomen beginnen meestal 3 tot 10 dagen na besmetting en omvatten plotselinge koorts, hevige hoofdpijn, spier- en gewrichtspijn, misselijkheid, braken, huiduitslag en duizeligheid.
In de meeste gevallen verdwijnen de klachten binnen een week, maar opvallend is dat bij ongeveer 60 procent van de patiënten de symptomen later opnieuw terugkomen. Dit maakt het ziektebeeld hardnekkig en verwarrend voor zowel artsen als patiënten.
Sinds eind 2023 is er sprake van een grote uitbraak in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied. Inmiddels zijn er al meer dan 11.000 bevestigde gevallen gemeld, waaronder de eerste sterfgevallen.
Ook zijn er reisgerelateerde gevallen vastgesteld in Noord-Amerika en Europa. Deskundigen waarschuwen dat internationale reizen en klimaatverandering de kans vergroten dat het virus ook in andere regio’s, waaronder het Caribisch gebied en mogelijk Suriname, voet aan de grond krijgt.
Vooralsnog bestaat er geen vaccin of specifieke behandeling tegen het Oropouche-virus. De zorg is daarom puur ondersteunend, met rust, vocht en pijnstillers.
Aspirine wordt afgeraden vanwege het risico op bloedingen. Preventie blijft de belangrijkste strategie: het vermijden van insectenbeten door het gebruik van muggenspray, muskietennetten en beschermende kleding.
Gezondheidsautoriteiten benadrukken dat er alertheid nodig is, zeker in landen waar al andere door insecten overgedragen ziektes circuleren.
De bevolking wordt aangeraden voorbereid te zijn, want het Oropouche-virus zou wel eens de volgende grote gezondheidsuitdaging kunnen worden voor de regio.