Robby Tjauw-Foe pleit voor leiderschap met bewustzijn

Leiderschap managen wegwijs

Naar aanleiding van de verkiezingsuitslag van 25 mei deelt Robby Tjauw-Foe per e-mail zijn visie op de politieke toekomst van Suriname met GFC Nieuws.

In zijn schrijven pleit hij voor leiderschap gebaseerd op bewustzijn in plaats van etnische of partijpolitieke belangen.

Hieronder volgt zijn volledige kijk:

Na de verkiezingen van 25 mei 2025 staat Suriname opnieuw op een kruispunt.

De Nationale Democratische Partij (NDP) heeft op basis van de voorlopige cijfers een voorsprong geboekt met 18 zetels, gevolgd door de VHP met 17.

De overige zetels zijn verdeeld onder partijen als ABOP, NPS, BEP, PL en A20.

Zoals zo vaak in onze jonge democratie is een absolute meerderheid uitgebleven, en is samenwerking onvermijdelijk geworden.

Toch rijst de vraag: welke samenwerking dient het land werkelijk?

In een samenleving waar cultuur, taal en traditie de diversiteit benadrukken, is het essentieel dat politieke keuzes niet worden bepaald door etnische vooroordelen.

Elke coalitie moet daarom niet worden beoordeeld op wie erin zit, maar hoe zij denkt, voelt en handelt. Niet afkomst, maar bewustzijn moet de basis zijn voor leiderschap.

Er is begrijpelijke discussie over het feit dat de VHP, ondanks haar zetelaantal, mogelijk buiten de komende coalitie blijft.

Om dit te begrijpen, moeten we terug naar 2020. De NDP werd toen uitgesloten van de regeringsvorming, een beslissing die diepe wonden achterliet bij een groot deel van haar achterban.

Bovendien leefden er destijds vermoedens in brede lagen van de samenleving dat het toenmalige leiderschap invloed heeft proberen uit te oefenen op de rechtsgang, met als gevolg een versnelde voortgang van het strafproces tegen ex-president Bouterse.

Hoewel er geen hard bewijs is geleverd voor directe inmenging, voelt dit voor velen aan als een voorbeeld van hoe de scheiding der machten mogelijk onder druk heeft gestaan – en dat heeft blijvend sporen nagelaten in het vertrouwen van burgers.

Deze ervaringen hebben het vertrouwen tussen de twee grootste partijen ernstig beschadigd.

In plaats van deze situatie te zien als een nieuw conflict, moeten we het erkennen als een realiteit waarin wonden nog niet geheeld zijn.

In relaties – persoonlijk of politiek – kan samenwerking alleen bloeien als er ruimte is voor wederzijds respect, verwerking van het verleden en een gezamenlijke visie voor de toekomst.

Zonder dat leidt geforceerde samenwerking slechts tot verlamming en verdeeldheid.

Een coalitie gevormd rond de NDP, ABOP, NPS en andere kleinere partners zou kunnen rusten op een fundament van gedeeld vertrouwen en culturele verwantschap.

Maar belangrijker dan etnische lijnen zijn de intenties van de leiders: is het hun doel om te dienen, of te winnen? Zijn ze bereid hun ego ondergeschikt te maken aan het welzijn van het volk?

Er moet in dit alles benadrukt worden: het uitsluiten van de VHP is geen afwijzing van haar achterban, noch van haar etnische basis.

Suriname is en blijft een multi-etnische samenleving, en elke poging om politieke keuzes te vertalen naar etnische voorkeur is een gevaarlijke en onjuiste voorstelling van de werkelijkheid.

Elke gemeenschap, van elke achtergrond, draagt bij aan de ziel van dit land.

Wat Suriname nu nodig heeft, is geen wiskundige coalitie, maar een bewuste coalitie.

Een samenkomst van partijen die in staat zijn om voorbij hun eigen geschiedenis te kijken en verantwoordelijkheid te nemen voor de toekomst.

Als het wantrouwen tussen NDP en VHP op dit moment te diep zit, dan is tijdelijke afstand misschien wijzer dan geforceerde nabijheid.

Politieke rijping vraagt soms om geduld, reflectie en een heroriëntatie op kernwaarden.

Laat deze verkiezingsuitslag niet gelezen worden als een zege of nederlaag van één groep, maar als een uitnodiging aan alle leiders om hun innerlijke helderheid boven partijbelang te plaatsen.

Want uiteindelijk zal het niet de slimste strategie zijn die Suriname verder brengt, maar de meest oprechte intentie.

Leiderschap is geen positie. Het is een verantwoordelijkheid – tegenover het volk, tegenover het verleden, en vooral tegenover de toekomst.