Onderminister van Volksgezondheid, Welzijn en Arbeid (VWA), Raj Jadnanansing, heeft een kennismakingsontmoeting gehad met de Raad van Vakcentrales in Suriname (RAVAKSUR).
Tijdens de bijeenkomst onderstreepte de bewindsman dat RAVAKSUR als sociale partner een belangrijke rol speelt binnen het nationaal sociaaleconomisch beleid, vooral bij het waarborgen van arbeidsrechten en het bevorderen van het welzijn van werkenden.
Volgens Jadnanansing zijn vakbonden en het bedrijfsleven onmisbare spelers in de ontwikkeling van een sterk sociaal beleid.
Hij lichtte de recente herstructurering van het ministerie toe, waarbij Welzijn bewust centraal is geplaatst tussen Volksgezondheid en Arbeid. Dit moet ervoor zorgen dat welzijnsaspecten meer aandacht krijgen, omdat die duidelijke raakvlakken hebben met arbeid en gezondheid.
De onderminister gaf verder aan dat de bescherming van arbeidsrechten en de samenwerking met de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) onverminderd prioriteit hebben.
Daarbij wees hij op de noodzaak om de Arbowet, die al geruime tijd bij De Nationale Assemblee in behandeling is, eindelijk op de agenda te plaatsen. Deze wet is volgens hem van groot belang voor de bescherming van het welzijn van werknemers.
De traditionele taken van Arbeid, zoals arbeidsbescherming, goede arbeidsverhoudingen en het streven naar decent work, blijven behouden.
Wel worden daar nieuwe taken aan toegevoegd die het welzijn in relatie tot arbeid versterken. Jadnanansing sprak de wens uit om het maandelijks overleg met RAVAKSUR voort te zetten.
Namens RAVAKSUR werd waardering uitgesproken voor de uitnodiging, maar ook zorgen gedeeld over de bestuurlijke wijziging waarbij Arbeid onder Volksgezondheid en Welzijn is geplaatst.
Volgens de raad is dit besluit zonder overleg genomen, terwijl het ministerie meer dan 55 jaar als zelfstandig departement heeft bestaan. “Wanneer zulke beslissingen eenzijdig plaatsvinden, dreigt het gevaar dat een kind met het badwater wordt weggegooid,” aldus de raad.
RAVAKSUR is wel verheugd dat er in deze regeerperiode extra aandacht is voor welzijn, maar wees erop dat dit ook in eerdere jaren het geval was via de drie Decent Work Country Programma’s (DWCP SU 1, 2 en 3), waarvan het derde programma momenteel nog loopt. De raad ziet mogelijkheden om in een vierde programma welzijn verder te versterken.
Tot slot benadrukte RAVAKSUR haar rol als vaste gesprekspartner van de president, met inbreng op macro-economische en sociaal-maatschappelijke vraagstukken en de verdediging van de factor arbeid.
De raad sprak genoegen uit over de ontmoeting en de gelegenheid om hun standpunten met de onderminister te delen.