De uitleg van minister Dirk Currie — dat hij op basis van “eigen waarneming” en een quickscan acht directeuren en onderdirecteuren heeft vervangen — is geen daadkracht. Het is een gevaarlijk recept voor willekeur.
Bestuur is geen meningenwedstrijd. Het is gebonden aan regels, aan zorgvuldigheid, aan fair play. Wie dat
vergeet, speelt met mensenlevens én met het vertrouwen in de overheid.
Een quickscan is geen vrijbrief voor ingrijpend bestuur
Laten we het beest bij de naam noemen: een quickscan is hooguit een managementinstrument.
Een momentopname. Een diagnose op afstand. Je kunt er pijnpunten mee signaleren, niet iemands rechtspositie
mee slopen. “Vervangen” klinkt netjes, maar in ambtenarenrechtelijke werkelijkheid gaat het om een ingreep in
iemands functie, reputatie en carrière.
Daar horen harde feiten bij, een deugdelijke grondslag, hoor en wederhoor en een transparante belangenafweging. Geen bestuurlijke intuïtie die achteraf wordt bekleed met
een rapport.
En dan die uitspraak: de conclusies van het rapport zouden “niet afwijken” van de observaties van de minister,
alleen zijn ze nu “gevalideerd”. Dat is precies het probleem. Het wekt de indruk dat het oordeel al klaar lag en
dat het team vooral is ingezet als stempel. Valideren is geen wondermiddel; het vraagt methode, toetsbaarheid
en onafhankelijke duiding.
Zonder transparantie regeert de indruk en niet het recht
Hoe is die quickscan uitgevoerd? Welke criteria zijn gehanteerd? Welke vragen zijn
gesteld in de enquête onder 66 leidinggevenden? Hoe is bias voorkomen? Welke tegenstemmen zijn gehoord?
En vooral: waar kunnen betrokkenen dit alles controleren?
“Leiderschap schiet tekort op meerdere niveaus”, luidt de meest significante conclusie. Prima. Maar zeg dan
eerlijk: bij wie precies, op basis waarvan, en met welke norm? Zonder concrete onderbouwing per persoon blijft
het een containerbegrip waarmee je iedereen kunt raken en niemand hoeft te bewijzen waarom.
En als je dan meteen de zwaarste maatregel kiest — ontheffen, vervangen — zonder aantoonbare verbetertrajecten, dan handelt je disproportioneel en onzorgvuldig.
Een ministerie dat onderwijs bestuurt, hoort het goede voorbeeld te geven: toetsbaar, transparant,
rechtvaardig. Als “eigen waarneming + quickscan” genoeg is om topmensen te wippen, dan is niemand veilig.
Dan regeert de indruk. En in een rechtsstaat is dat onacceptabel.
Johan Blomhoff
Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor meer informatie of om zelf een ingezonden bericht te sturen, kunt u contact opnemen via [email protected] of direct via WhatsApp.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud








