Een politieke storm lijkt zich samen te pakken boven het hoofd van president Jennifer Simons.
De druk vanuit haar eigen partij, de Nationale Democratische Partij (NDP), neemt toe — en dat op een bijzonder gevoelig dossier: het gratieverzoek voor de veroordeelden in het 8-decemberstrafproces.
Volgens Sunil Oemrawsing, voorzitter van de Stichting 8 December 1982, probeert een groep binnen de NDP de president – tevens partijvoorzitter – te bewegen tot het verlenen van gratie aan de nog levende veroordeelden. Hij waarschuwt Simons om haar rug recht te houden en boven partijbelangen te staan.
De politieke spanning wordt verder gevoed door de uitlating van advocaat Irvin Kanhai, die maandag tijdens de herdenking van de 80ste geboortedag van Desi Bouterse meldde dat het gratieverzoek inmiddels is ingediend bij het kabinet van de president.
Simons zelf zegt het document nog niet onder ogen te hebben gehad, maar die verklaring roept vragen op. Hoelang kan ze zich blijven verschuilen achter die opmerking? En wat zal haar uiteindelijke standpunt zijn, nu het land en de wereld toekijken?
Ook coalitiepartner NPS bevindt zich in een ongemakkelijke positie. Bij het aangaan van de samenwerking met de NDP was één van de voorwaarden dat Bouterse geen invloed meer zou hebben en dat het verleden eindelijk rust zou krijgen. Maar nu dit spook van het verleden opnieuw opduikt, dreigt die fragiele balans te wankelen.
Intussen nadert 25 februari, een datum die voor velen nog steeds symbool staat voor verdeeldheid. Zal de dag wederom worden omgevormd tot een partijgelegenheid, of kiest de regering voor een sobere, nationale invulling?
De komende dagen zullen beslissend zijn. Eén ding is zeker: president Simons staat voor haar eerste grote morele en politieke beproeving — en de keuze die ze maakt, zal niet alleen haar leiderschap, maar ook de geloofwaardigheid van de nieuwe politieke orde in Suriname bepalen.