De Progressieve Arbeiders en Landbouwers Unie (PALU) heeft in een open brief aan president Simons haar standpunt kenbaar gemaakt over de relatie tussen Suriname en Nederland.
De partij benadrukt dat zij, net als vele Surinamers, een sterke en gezonde samenwerking met Nederland wenst — maar alleen op basis van gelijkwaardigheid en wederzijds respect.
Volgens de PALU heeft Nederland de afgelopen vijftig jaar echter vaak op een manier gehandeld die de ontwikkeling van Suriname heeft belemmerd.
In de brief stelt de partij dat Nederland, na de onafhankelijkheid van 1975, verschillende maatregelen heeft genomen die Suriname economisch en politiek hebben tegengewerkt.
De partij noemt dit “ongekende harde acties” die het land op de knieën moesten dwingen om opnieuw afhankelijk te worden van de voormalige kolonisator.
Een belangrijk punt van kritiek is het gebruik van het ontwikkelingsfonds dat destijds via de Commissie Ontwikkelingssamenwerking Nederland-Suriname (CONS) werd beheerd, waarbij Nederland de beslissingen nam.
Ook verwijst de PALU naar de rol van Nederland tijdens de militaire periode, de binnenlandse oorlog en het 8-decemberproces. Veel informatie hierover zou volgens de partij nog steeds verborgen liggen in gesloten Nederlandse archieven.
De PALU stelt dat zolang deze zaken niet openlijk besproken worden en Nederland geen verantwoordelijkheid neemt, een koninklijk bezoek aan Suriname ongepast is. “Zonder opheldering gaat Nederland vrijuit en wordt al het falen op de schouders van Suriname gelegd,” aldus de partij.
Hoewel de PALU openstaat voor een toekomstig partnerschap met Nederland, vindt zij dat het Surinaamse volk eerst recht heeft op de waarheid.



