De regering van Suriname heeft besloten tot een nieuwe herschikking van de Oppenheimer-leningen, ter waarde van in totaal ruim 693 miljoen Amerikaanse dollar.
Het besluit volgt op de toenemende noodzaak om de financiële stabiliteit van de staat te waarborgen en te voorkomen dat de overheid in betalingsproblemen komt.
De oorspronkelijke leningen werden afgesloten door de regering-Bouterse, waarna de regering-Santokhi een herstructureringstraject inzette. Daarbij werd overeengekomen dat de betalingsverplichtingen zouden worden verschuiven tot 2030.
Deze maatregel bood tijdelijk ademruimte, maar leidde er ook toe dat de huidige regering alsnog met aanzienlijke aflossingsdruk wordt geconfronteerd.
Vicepresident Gregory Rusland lichtte toe dat de regering, zonder nieuwe aanpassingen, niet in staat zou zijn geweest om haar basisuitgaven te dekken. “Als we niets doen, kunnen we onze essentiële verplichtingen niet nakomen,” aldus Rusland.
Om te voorkomen dat Suriname opnieuw in financieel zwaar weer terechtkomt, heeft de regering daarom besloten om de staatsobligaties vervroegd aan te bieden en de bestaande leningen opnieuw te herschikken.
Deze stap maakt deel uit van een breder beleid om de schuldpositie van het land beheersbaar te houden, de liquiditeit te verbeteren en ruimte te creëren voor investeringen in ontwikkeling en groei.
			
			



