De NDP’er Anita Yorks pleit voor een objectieve herbeoordeling van de zaak tegen voormalig minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad.
Volgens haar is de vervolging van Hoefdraad doordrenkt van politieke motieven en ontbreekt het aan overtuigend bewijs om hem strafrechtelijk verantwoordelijk te stellen.
Yorks benadrukt dat de rechtsgang tegen Hoefdraad meer lijkt op een politieke afrekening dan een eerlijke juridische procedure.
“Sinds de machtswisseling in 2020 is duidelijk dat de nieuwe regering koste wat kost wilde afrekenen met de vorige coalitie. De aanklachten tegen Hoefdraad zijn daar een duidelijk voorbeeld van,” stelt zij.
Twijfels over bewijslast en internationaal standpunt
Volgens Yorks is er geen concreet bewijs dat aantoont dat Hoefdraad persoonlijk heeft geprofiteerd van financiële wanpraktijken.
“Het feit dat beleidsbeslissingen achteraf ter discussie worden gesteld, maakt hem nog niet strafrechtelijk aansprakelijk. In een democratische rechtsstaat moet een veroordeling gebaseerd zijn op onweerlegbaar bewijs, en dat ontbreekt hier.”
Daarnaast wijst Yorks op de terughoudendheid van Interpol in deze zaak. “Interpol weigerde Hoefdraad op de rode lijst te plaatsen, wat aangeeft dat ook internationaal twijfels bestaan over de legitimiteit van de vervolging. Waarom blijft Suriname dan vasthouden aan deze zaak?”
Yorks stelt dat Hoefdraad in een periode van economische crisis moeilijke keuzes heeft moeten maken. “Achteraf oordelen over economische maatregelen zonder de context van dat moment in acht te nemen, is onrechtvaardig.”
Zij roept op tot een herbeoordeling van de zaak. “Suriname heeft behoefte aan een eerlijke rechtsgang en geen politieke klopjacht. Als er geen onomstotelijk bewijs is, moet deze zaak worden gesloten.”
