Uitspraken van Staatsolie-directeur Annand Jagessar roepen verontwaardiging op. In een interview op ABC Actueel zei hij dat de Belastingdienst miljoenen Amerikaanse dollars laat liggen in aanloop naar 2028, wanneer de olieproductie van het GranMorgu-project volledig van start gaat.
Volgens Jagessar verdient Suriname nu al geld via bedrijven die diensten verlenen aan TotalEnergies, maar zou de staat onvoldoende profiteren doordat de Belastingdienst “nog onvoldoende capaciteit heeft om effectief te innen.” Staatsolie biedt ondersteuning in de vorm van personeel (kader) om dit probleem te helpen oplossen.
Feiten en cijfers
Het GranMorgu-project kent een investering van USD 10,5 miljard.
TotalEnergies boorde in 2023 al vijf bronnen; de dienstverlening daarop kostte zo’n USD 120 miljoen aan bedrijven, die winst maakten. Volgens Jagessar wordt nagegaan of hierover juist belasting is betaald.
Van de totale investering wordt meer dan USD 1 miljard besteed aan local content. De belasting over deze local content alleen zou al tussen USD 40 en 60 miljoen kunnen bedragen.
Als alle spin-off inkomsten (indirecte diensten, toeleveranciers etc.) worden meegerekend, schat Jagessar dat het belastingpotentieel in de komende jaren ruim USD 200 miljoen kan zijn.
Waar de kritiek zit
Experts, leden van het bedrijfsleven en burgers uiten scherpe vragen:
Waarom komt Jagessar pas nu met deze informatie, hoewel hij zelf de overeenkomsten tekende en al jaren in functie is?
Waarom werd er eerder geen stevig advies gegeven aan de regering om de Belastingdienst te versterken of om betere procedures te ontwikkelen?
De toezeggingen van Jagessar zijn volgens experts welkom, maar ze zijn niet genoeg. Suriname heeft beleid nodig dat:
De capaciteit van de Belastingdienst structureel versterkt,
Transparante controle en audits waarborgt op inkomsten uit olieprojecten,
Lokale bedrijven adequaat betrekt en belastingplicht duidelijk maakt,
Politieke leiders verantwoordelijkheid nemen en niet alleen reageren nadat publieke druk hoog is.
Zonder dergelijke maatregelen blijft het risico bestaan dat de staat niet meedoet met de opbrengst die zij al had kunnen claimen – geld dat hard nodig is voor onderwijs, infrastructuur, gezondheidszorg en armoedebestrijding.