De Stichting Projekta organiseerde op 22 oktober een lezing over het vernieuwde Burgerlijk Wetboek (BW) van Suriname.
De bijeenkomst, geleid door jurist en mensenrechtenexpert Milton Castelen, stond in het teken van de centrale vraag: “Is het nieuwe BW écht inclusief?”
Sinds 1 mei 2025 is het Nieuw Burgerlijk Wetboek officieel van kracht — een historische mijlpaal voor Suriname. Toch blijft de vraag bestaan of deze wetgeving daadwerkelijk recht doet aan álle burgers, waaronder mensen uit de LGBTQ+-gemeenschap en hun families.
Tijdens de lezing werd ingezoomd op Boek 1 van het BW, dat het personen- en familierecht behandelt — thema’s die de kern raken van gelijkheid en inclusie binnen de Surinaamse samenleving.
Rechten en inclusie centraal
De bijeenkomst maakte deel uit van het PRIDE 2025-programma en bracht een breed publiek samen: juristen, mensenrechtenactivisten, vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en leden van De Nationale Assemblée.
De lezing sloot aan op het onderzoeksprogramma “Stand With Us” (2021–2025), waarin Mr. Castelen tekortkomingen in het oude Burgerlijk Wetboek onderzocht en voorstellen formuleerde voor meer inclusieve wetgeving.
In zijn presentatie ging Castelen in op de vraag in hoeverre het nieuwe BW tegemoetkomt aan de rechten van alle burgers, inclusief LGBTQ+-personen en andere gemarginaliseerde groepen. Hij pleitte voor concrete, genderneutrale aanpassingen in bepalingen over huwelijk, afstamming en gezag over minderjarigen.
“Inclusie betekent dat de wet iedereen beschermt — niemand mag worden uitgesloten. Iedereen in Suriname moet volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving, ongeacht achtergrond of beperking,” aldus Castelen.
Hij riep op tot een mensgerichte benadering van wetgeving, waarin diversiteit, intersectionaliteit en rechtsstatelijkheid centraal staan.
Voortgang en bewustwording
In de daaropvolgende discussie werd benadrukt dat het Nieuw Burgerlijk Wetboek weliswaar een grote stap vooruit vormt, maar nog niet volledig recht doet aan de diversiteit van gezinsvormen en identiteiten in Suriname.
Verschillende aanwezigen, onder wie DNA-lid Ebu Jones, voorzitter van de DNA-commissie Mensenrechten, benadrukten dat wetgeving blijvend moet evolueren en de maatschappelijke realiteit moet weerspiegelen. Er klonk brede steun voor verdere aanpassingen om het BW in de toekomst nog inclusiever te maken.
Ook werd gewezen op het gebrek aan publieke voorlichting over de inhoud en impact van het nieuwe wetboek. De noodzaak voor structurele samenwerking tussen overheid en maatschappelijk middenveld werd door de aanwezigen breed onderschreven.
De lezing werd mede mogelijk gemaakt door de Nederlandse Ambassade en het Equality Fund.