De heer ‘Cameron’ (fictieve naam) werd drie jaar geleden benoemd tot beleidsadviseur op het ministerie van Binnenlandse Zaken. Voorheen was hij bode op het ministerie.
Op papier adviseert hij de directie, schrijft nota’s en bereidt besluiten voor.
In de praktijk struikelt de organisatie over zijn werk: nota’s vol taalfouten, onbegrijpelijke zinnen, collega’s die zijn stukken eerst volledig moeten herschrijven voordat ze naar de minister kunnen.
Een functie die niet aansluit
Een interne audit brengt aan het licht wat eigenlijk niemand had mogen missen: ‘Cameron’ heeft
slechts een GLO-diploma en een taalbeheersing op ongeveer A1-niveau. Hij heeft niets verzwegen; zijn diploma’s zitten keurig in het dossier.
De fout ligt bij het bevoegd gezag dat hem – mede uit politieke en financiële motieven – toch als beleidsadviseur heeft benoemd.
Deze casus staat niet op zichzelf. Zoals De Nationale Assembleeleden al aanstipten: we hebben
“honderden beleidsadviseurs”, van wie een deel aantoonbaar niet aan de functie-eisen voldoet.
De vraag is dan: wat dóe je met zo’n ambtenaar?
Wat artikel 21 wél mogelijk maakt
De reflex is vaak: “Degradatie! Weg uit die schaal.” Maar de Surinaamse Personeelswet is geen
vrijbrief voor willekeur. Juist hier biedt artikel 21 een nette, juridisch houdbare oplossing: ambtshalve herplaatsing in een functie die wél in overeenstemming is met opleiding en bekwaamheid.
In het geval van ‘Cameron’ betekent dat: hem zorgvuldig horen, de mismatch tussen functie en kwalificaties vastleggen, en hem vervolgens plaatsen in een uitvoerende of administratieve
functie binnen de bestaande formatie.
Geen straf, wel correctie. Het dienstbelang wordt gediend én de rechtszekerheid van de ambtenaar blijft intact.
Professionele normen herstellen
Waar géén sprake is van fraude of bedrog, moet artikel 21 het primaire instrument zijn. Alleen als iemand bewust heeft gelogen over diploma’s of ervaring, komt het disciplinaire spoor in beeld.
De oplossing voor het beleidsadviseursprobleem is dus niet een publiek schervengericht, maar systematische toetsing van functies en kwalificaties, gevolgd door consequente toepassing van artikel 21.
‘Cameron’ terug naar een passende functie – en het bestel terug naar professionele normen.
Johan Blomhoff
Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor meer informatie of om zelf een ingezonden bericht te sturen, kunt u contact opnemen via [email protected] of direct via WhatsApp.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud








