In sommige buurten in Suriname zie je mensen die kippen of doksen houden. Niet alleen uit liefde voor dieren, maar als manier om rond te komen.
Een paar eieren per week, wat vlees voor speciale dagen, het maakt verschil in huishoudens waar elke SRD telt. Toch is het geen makkelijke bezigheid.
Voer is duur, en een degelijk hok bouwen kost tijd en geld. Maar wie erin slaagt, voelt trots. Zelfvoorzienend zijn geeft een gevoel van vrijheid.
Die trots verandert echter in frustratie wanneer dieren opeens ziek worden of doodgaan. Geen roofdieren, geen ziekte,maar vergiftiging. Het komt vaker voor dan men denkt.
Mensen die hun dieren beschermen met hekken om diefstal te voorkomen, merken ineens dat iemand bewust kwaad doet.
Wanneer stelen niet lukt, grijpen sommigen kennelijk naar een nog hardere methode. Het is iets wat moeilijk te bevatten is, want het gaat niet alleen om verlies van geld, maar ook om respect.
Een bewoner uit Commewijne vertelde me dat hij alles eraan deed om zijn dieren zo goed mogelijk te kweken. Het hek stond er en hij gaf altijd schoon voer. En toch gingen ze dood.
Zulke verhalen doen pijn. Ze maken mensen wantrouwig tegenover elkaar, juist waar samenwerking zo belangrijk is.
Wat we nodig hebben, is meer verbondenheid. In plaats van elkaar af te breken, kunnen buren elkaar helpen. Samen voer inkopen, hokken verbeteren, kennis delen.
Want wie elkaar gunt om vooruit te komen, vergiftigt geen dieren. Die helpt mee aan groei, rust en zelfredzaamheid.
Ida Thornhill



