Er ligt een voorstel van de NDP coalitie om artikel 146 van de Grondwet te veranderen. Dat luidt als volgt:
1. Het openbaar ministerie wordt bij de gerechten uitgeoefend door of namens de leden van het college van
procureur – generaal, welk college bestaat uit ten minste 2 en ten hoogste 4 leden.
2. Het college van procureur – generaal is hoofd van het openbaar ministerie. Hij vertegenwoordigt de
Republiek Suriname in rechte en is belast met de justitiële politiezorg.
3. De wet regelt de inrichting, samenstelling en overige bevoegdheden van het Openbaar ministerie alsmede
haar verhouding tot de opsporingsinstanties.
Dit klinkt misschien technisch, maar het gaat over iets heel belangrijks: wie bepaalt hoe en door wie mensen
strafrechtelijk worden vervolgd.
Wat willen de initiatiefnemers? Ze willen niet meer één Procureur-Generaal (PG) als duidelijke baas van het
Openbaar Ministerie (OM), maar een “college” van 2 tot 4 procureurs-generaal. Dat klinkt modern. Ze zeggen
ook: “In Nederland en België doen ze het zo.” Maar daar begint het probleem.
Eerste probleem: wie is dan de baas?
Nu is het simpel: één PG is hoofd van het OM en vertegenwoordigt Suriname in de rechtszaal. Straks heb je 2
tot 4 mensen aan de top.
Maar het voorstel zegt niet duidelijk: wie beslist als ze het oneens zijn? Wie tekent?
Wie spreekt namens het land? Als er ruzie of verschil van mening is, kan een zaak vertragen of vastlopen. En in
strafzaken telt tijd.
Tweede probleem: de tekst klopt niet goed
Het voorstel zegt eerst: “het college is hoofd”, maar daarna staat er: “Hij vertegenwoordigt de Republiek…”
Wie is “hij” als het een college is? Dat lijkt klein, maar dit soort slordigheid kan later grote discussies geven bij
de rechter.
Derde probleem: dit hoort niet in de Grondwet
Een Grondwet moet vooral de grote lijnen en waarborgen regelen. Niet: “2 tot 4 leden”. Wat als Suriname later
meer of juist minder topmensen nodig heeft? Dan moet je weer de Grondwet openbreken. Dat is zwaar en
politiek gevoelig. Zulke aantallen horen beter in een gewone wet, die je makkelijker kunt aanpassen.
En die vergelijking met Nederland en België?
Ja, daar bestaat ook een soort college aan de top van het OM. Maar daar wordt dit vooral in gewone wetten
geregeld, met duidelijke spelregels: wie leidt, hoe besluiten worden genomen, en hoe onafhankelijk het OM
blijft.
Het voorstel in Suriname neemt wel het woord “college” over, maar laat de belangrijke spelregels weg.
Mijn conclusie: als men echt verbetering wil, maak dan eerst een goed plan met duidelijke regels (wie beslist,
hoe, en met welke controle).
Anders krijgen we een OM met meer topfuncties, maar minder duidelijkheid—en dat is gevaarlijk voor de rechtsstaat.
Johan Blomhoff
Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor meer informatie of om zelf een ingezonden bericht te sturen, kunt u contact opnemen via [email protected] of direct via WhatsApp.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud








