De vaste parlementaire commissie van het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) heeft een overleg gehouden met minister Stanley Soeropawiro over het beleid en de begroting van het departement voor het dienstjaar 2026.
Tijdens dit overleg stonden actuele vraagstukken over grondbeleid, bosbeheer en de versterking van het institutioneel kader centraal.
De minister benadrukte dat het grond- en bosbeheer tot de belangrijkste natuurlijke hulpbronnen van Suriname behoren en dat het ministerie zich inzet om deze sectoren duurzaam te ontwikkelen.
Hij sprak de hoop uit dat met de begroting voor 2026 verdere vooruitgang kan worden geboekt bij het versterken van beleid en uitvoeringscapaciteit.
Tot de onderwerpen die tijdens de vergadering aan bod kwamen, behoorden onder meer: de renovatie van het gebouw van het directoraat Algemeen Beheer, de ondersteuning van de Grondinspectie en de Dienst ’s Lands Bosbeheer (LBB), de situatie van verkavelde percelen waar bewoners nog geen toegang tot hun grond hebben en de voortgang van projecten in Richelieu, Altona en Hanaslust.
Het ministerie gaf aan dat er uitdagingen bestaan bij de ontsluiting van verkavelingen en dat de hoge kosten van lopende rechtszaken druk leggen op het budget.
Daarnaast werd melding gemaakt van een nieuw wetsvoorstel inzake natuurbeheer, dat momenteel in voorbereiding is.
De commissieleden stelden enkele gerichte vragen aan de minister, waaronder:
Wanneer het ministerie zal overgaan tot het verstrekken van domeingronden;
Wat de stand van zaken is bij de recent opgerichte klachtenunit;
En wat er gebeurt met het in beslag genomen hout door de Stichting voor Bosbeheer en Bostoezicht (SBB).
Daarnaast vroegen de leden om meer inzicht in de geraamde kosten van rechtszaken, de aanschaf van transportmiddelen, de criteria voor toekenning van domeingronden aan stichtingen en het overzetten van domeingronden naar eigendom.
De commissie benadrukte dat een transparant beleid bij de uitgifte van domeingronden onmisbaar is. Ordening en duidelijkheid op basis van wetgeving en goed bestuur zijn volgens de leden essentieel om willekeur en misbruik te voorkomen.