Er zijn avonden in Paramaribo dat de stad bijna ademt in stilte. De wind streelt zacht de bomen, en plots is daar een vreemde geur.
Niet van een bekend parfum, niet van het avondeten, soms zelfs iets dat je niet meteen kunt plaatsen. Je stopt, je snuift, en een ouder stemmetje in je hoofd herinnert je: zeg er niets over.
Generaties Surinamers hebben geleerd dat vreemde geuren hun eigen verhaal dragen. “Loop gewoon door,” zeggen de ouderen.
Te veel woorden zouden de aandacht van onzichtbare wezens trekken.
Voor velen van ons klinkt dat als bijgeloof, maar eerlijk, je voelt toch een rilling als die mysterieuze geur je plots omhult.
Er gaan verhalen rond van buren die een bloemengeur roken en dagenlang ziek werden, een waarschuwing of een herinnering aan iets dat je verstand niet kan verklaren.
Wetenschappers geven eenvoudigere verklaringen: wind, planten, rook, vocht. Toch blijft de magie in de lucht hangen, diep verankerd in onze cultuur.
Misschien gaat het niet alleen om geuren, maar om een les die generaties met zich meedragen. Soms is zwijgen beter dan praten. Het is alsof de nacht ons leert te luisteren, te voelen, en te respecteren wat we niet begrijpen.
Avonden zoals deze laten zien dat er wijsheid zit in het stil zijn. Dat de stad ademt, en soms luisteren we beter als we niets zeggen.
Ida Thornhill
 
			 
			




