Amoksi: Geen sprake van politieke willekeur bij politiebevorderingen

kennetk amoksie minister justitie en politie kps

In reactie op vragen en bezwaren die de afgelopen dagen zijn gerezen over de recente bevorderingen van brigadiers tot de rang van majoor binnen het Korps Politie Suriname, heeft minister Kenneth Amoksi van Justitie en Politie vandaag een nadere toelichting gegeven.

De minister benadrukt dat het ministerie zich de afgelopen vijf jaar — binnen de grenzen van de wet en met beperkte middelen — consequent heeft ingezet om bevorderingsachterstanden weg te werken.

Volgens Amoksi vormen langdurige vertragingen in rechtspositionele aangelegenheden een ernstige bron van demotivatie voor politieambtenaren.

“Daarom zetten wij in op bevorderingen op basis van wettelijke criteria. Van politieke willekeur is absoluut geen sprake,” aldus de minister.

De groep in kwestie werd per 1 mei 2022 bevorderd tot brigadier van politie, onder de voorwaarde dat zij het kaderdiploma zouden behalen conform artikel 49 lid 2 van het Reglement Algemene Politie. Vanwege externe factoren zijn zij pas later tot de opleiding toegelaten en hebben deze nog niet kunnen afronden.

Het advies van de korpsleiding om hen desondanks niet te bevorderen — zelfs niet ná succesvolle afronding van de opleiding — zou volgens het ministerie mogelijk in strijd zijn met hun rechtspositie en aanleiding kunnen geven tot juridische procedures tegen de Staat.

Amoksi stelt dat het ministerie zorgvuldig alle correspondentie van de korpsleiding heeft beantwoord en deze, inclusief kopieën, heeft gedeeld met de Surinaamse Politiebond (SPB), de president en de vicepresident. Hij onderstreept dat het ministerie geen politieke motieven heeft bij het voeren van personeelsbeleid.

Verder doet het ministerie een oproep aan de korpsleiding om ook voordrachten voor andere ambtenaren die in aanmerking komen voor bevordering met spoed in te dienen. De SPB wordt eveneens uitgenodigd hieraan bij te dragen.

Tot slot benadrukt Amoksi dat de SPB in mei 2025 actief heeft deelgenomen aan besprekingen over deze bevorderingen, inclusief de aanwezigheid van hun voorzitter, wiens lichting het betreft.

Het ministerie gaat ervan uit dat zowel de korpsleiding als de SPB het vraagstuk van bevorderingsachterstanden spoedig willen oplossen, en blijft zich inzetten voor een rechtvaardige en transparante behandeling van rechtspositionele aangelegenheden binnen het korps.