De verdedigers van het presidentiële standpunt van Jenny Simons, blijven volhouden dat de nietigheid van gronduitgiften “al in de wet staat”, en dat de overheid enkel hoeft te constateren wat de wetgever heeft bepaald.
Maar wie de rechtsstaat werkelijk begrijpt, weet dat dit een halfslachtige en gevaarlijke redenering is.
De wet kan iets “nietig” noemen, maar dat betekent nog niet dat de overheid die nietigheid zomaar, op elk willekeurig moment en zonder procedurele waarborgen, kan toepassen.
Waarom de fictieve casus van Zanderij Noord alles blootlegt
Om dat helder te maken, hoeven we slechts terug te grijpen op onze fictieve casus van Zanderij Noord. De heer Sambo ontving in 2021 een grondbeschikking van 15 hectare. Ja, er blijken jaren later fouten in de voorbereiding te zitten — de verkeerde instantie stelde het dossier op, documenten ontbreken, en er zijn vraagtekens bij belangenverstrengeling.
Maar er is één juridisch feit dat de gehele discussie verandert: Sambo’s beschikking bestond jarenlang zonder dat iemand haar heeft aangevochten.
En daarmee treedt een van de krachtigste en meest beschermende regels van het bestuursrecht in werking: de formele rechtskracht.
Formele rechtskracht betekent dat, zodra de termijn voor bezwaar en beroep is verstreken en niemand het besluit heeft aangevochten, het besluit wordt behandeld alsof het volledig rechtmatig is — óók als het in werkelijkheid fouten bevat. Het doel daarvan is rechtszekerheid.
De beschermende kracht van formele rechtskracht voor burgers
Burgers moeten kunnen vertrouwen op wat de overheid hun geeft. Zonder die zekerheid zou nooit iemand durven investeren in grond, bouwprojecten, landbouw of wonen.
In het geval van Sambo. staat vast:
• Zijn beschikking is drie jaar ongestoord blijven bestaan.
• Er is geen bezwaar gemaakt.
• Het ministerie heeft het besluit niet ingetrokken.
• Sambo. heeft op basis van dit besluit geïnvesteerd.
Met andere woorden: de beschikking is onaantastbaar geworden. De overheid kan dan niet jaren later alsnog roepen dat het besluit “nooit heeft bestaan”. Dat is juridisch onmogelijk, want formele rechtskracht sluit die route af.
Waarom de overheid geen jaren later kan terugkomen op een definitief besluit
En als Sambo. naar de rechter stapt tegen de brief van de minister waarin zijn beschikking “nietig” wordt verklaard? Dan is de uitkomst vrijwel zeker: de rechter vernietigt die brief. Want de nietigheid mag dan theoretisch in de wet staan, maar zij werkt niet meer als het besluit eenmaal definitief is geworden.
Dit alles toont pijnlijk duidelijk aan dat de verdediging van het presidentiële standpunt niet alleen juridisch onvolledig is, maar botst op de belangrijkste waarborg van de rechtsstaat: de bescherming van burgers tegen late, willekeurige ingrepen van de overheid.
Johan Blomhoff
Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor meer informatie of om zelf een ingezonden bericht te sturen, kunt u contact opnemen via [email protected] of direct via WhatsApp.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud








