Een delegatie van de Okanisi-gemeenschap heeft vandaag samen met vertegenwoordigers van andere Marrongemeenschappen, die traditioneel gebruikmaken van de Marowijne- en Lawa-rivieren, een petitie aangeboden aan de voorzitter van De Nationale Assemblée (DNA), Michael Adhin.
In de petitie spreken de gemeenschappen hun zorg uit dat het huidige wetsvoorstel inzake de grensregeling onvoldoende rekening houdt met hun historisch verworven rechten, traditionele leefgebieden en belangen als tribale en Inheemse volken.
De indieners vragen dat de behandeling van het wetsvoorstel wordt opgeschort totdat de procedures voor Free, Prior and Informed Consent (FPIC) volledig en conform internationale standaarden zijn doorlopen.
Zij benadrukken dat de betrokken gemeenschappen geraadpleegd moeten worden voordat wetgeving wordt aangenomen die hun leefgebied direct raakt.
DNA-voorzitter: “Uw zorgen zijn valide en worden serieus meegenomen”
DNA-voorzitter Adhin ontving de delegatie en sprak waardering uit voor hun bijdrage.
Hij benadrukte dat DNA als volksvertegenwoordiging verplicht is alle belangen zorgvuldig af te wegen:
“De Nationale Assemblée hecht grote waarde aan uw inbreng. Uw zorgen zijn gehoord en worden serieus meegenomen. Het zou onrecht doen aan de betrokken gemeenschappen als er een wet wordt aangenomen terwijl uw stem niet daadwerkelijk wordt meegenomen. De commissie zal dit met zorgvuldigheid beoordelen.”
Adhin onderstreepte verder dat het gaat om bescherming van rechtsposities, bestaanszekerheid en traditionele leefgebieden.
De petitie verwijst naar nationale en internationale rechtsinstrumenten die de rechten van Inheemse en tribale volken waarborgen, waaronder: artikel 41 van de Grondwet, IVBPR, IVESCR, CERD en de VN-Verklaring inzake de Rechten van Inheemse Volkeren (UNDRIP).
De gemeenschappen stellen dat de Marowijne- en Lawa-rivieren geen scheidingslijn vormen, maar één geïntegreerd leefgebied dat generaties lang vrij werd gebruikt voor vervoer, handel, cultuur en voedselvoorziening.
Zij menen dat het wetsvoorstel onvoldoende rekening houdt met jurisprudentie van het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens inzake collectieve landrechten.
Hoofdpunten uit het verzoekschrift
De delegatie vraagt onder andere om:
-
Opschorting van de behandeling van het wetsvoorstel;
-
Wettelijke erkenning van vrij gebruik van vaarroutes, visserijrechten, toegang tot voorouderlijke gebieden en culturele mobiliteit;
-
Juridische waarborgen tegen toekomstige beperkingen;
-
Bescherming tegen inmenging door buitenlandse veiligheidsdiensten;
-
Instelling van een onafhankelijk monitorings- en klachtenorgaan.
Commissievoorzitter van rapporteurs, Rabindre Parmessar, richtte zich eveneens tot de delegatie en erkende de waarde van de aangedragen inzichten:
“De door u geschetste historische en culturele realiteiten vormen een essentieel onderdeel van de besluitvorming. Wij zullen uw inzichten zorgvuldig meenemen in de verdere behandeling van het wetsvoorstel.”
Hij gaf aan dat de commissie zal onderzoeken in hoeverre de gewenste wettelijke waarborgen in het uiteindelijke ontwerp van de grenswet kunnen worden geïntegreerd.







