Terwijl Surinamers dagelijks hun kinderen toevertrouwen aan leerkrachten die het fundament van onze samenleving vormen, wordt opnieuw pijnlijk duidelijk hoe scheef de waardering in dit land is verdeeld.
Een Surinaamse leerkracht verdient vandaag tussen de SRD 9.000 en SRD 17.000 per maand. Dit is geen salaris, dit is overleven.
Daartegenover staat het inkomen van een DNA-lid: SRD 144.000, exclusief bijkomende voordelen, toelagen, privileges en faciliteiten die in geen enkel opzicht te verantwoorden zijn binnen onze economische realiteit. Het contrast is niet alleen schrijnend—het is immoreel.
Een beloningsstructuur die elke vorm van rechtvaardigheid tart
Het Syndicaat voor Onderwijsgevenden heeft president Simons nu formeel gevraagd om herziening van het beloningsbeleid. Terecht. Want wat zegt het over een land wanneer de mensen die kennis overdragen, jongeren begeleiden, en dagelijks in onderbezette en ondergefinancierde scholen staan… minder verdienen dan wat sommige parlementariërs aan extra’s krijgen zonder enige vorm van productiviteitsevaluatie?
Hoe rechtvaardig is een systeem waarin een DNA-lid acht tot tien keer zoveel verdient als degene die de toekomst van het land vormt?
Hoe verdedig je dat op moreel niveau? Op logisch niveau? Op menselijk niveau?
Onze kinderen betalen de prijs
Het is geen geheim:
-
Er is een tekort aan bevoegde leerkrachten.
-
Klassen zijn overvol.
-
Onderwijsmateriaal is ontoereikend.
-
Veel scholen functioneren onder omstandigheden die in de regio niet meer zouden worden getolereerd.
En toch wordt van leerkrachten verwacht dat zij zichzelf blijven opofferen, blijven motiveren, blijven dragen wat de overheid weigert te dragen.
We vragen heldenmoed van mensen die niet eens een waardig salaris krijgen.
Politieke prioriteiten die zichzelf verraden
Politici spreken graag over “investeren in de toekomst”, “onderwijs als ontwikkelingsmotor”, “kansen voor jongeren”. Mooie woorden die geen enkele waarde hebben wanneer de praktijk precies het tegenovergestelde laat zien.
Want hoe geloofwaardig is een leiderschap dat zijn eigen beloning zestien keer zo hoog houdt als die van de mensen die jongeren vormen, lesgeven, opvoeden en begeleiden?
Een land dat weigert te betalen voor degelijk onderwijs, betaalt uiteindelijk een veel hogere prijs:
werkloosheid, jeugddelinquentie, stagnatie, een bevolking die niet meer gelooft in de waarde van hard werk of opleiding.
De vraag is simpel: wie verdient de investering meer?
De DNA die voortdurend verwikkeld is in politieke strijd, persoonlijke agenda’s en incidentpolitiek?
Of de leerkracht die elke dag voor de klas staat ondanks een salaris dat nauwelijks genoeg is voor basisbehoeften?
De vergelijking is zo absurd dat het bijna voelt alsof de overheid hoopt dat we er niet bij stilstaan.
Appel aan president Simons: doorbreek deze onrechtvaardigheid
De oproep van het Syndicaat voor Onderwijsgevenden is geen eis om luxe.
Het is een roep om waardigheid.
Om respect.
Om een eerlijk beloningsbeleid dat eindelijk aansluit bij maatschappelijke waarde in plaats van politieke macht.
Het is nu aan president Simons om te tonen dat zijn bestuur niet alleen naar woorden maar ook naar daden rechtvaardigheid nastreeft.
De kloof tussen leiders en leerkrachten is geen financieel verschil, maar een morele afgrond
Een samenleving die haar leerkrachten verwaarloost, verwaarloost haar toekomst.
En misschien is dat wel de pijnlijkste waarheid van dit moment.
N. Mohari
Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor meer informatie of om zelf een ingezonden bericht te sturen, kunt u contact opnemen via [email protected] of direct via WhatsApp.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud








