De recente cijfers van het nationale HIV-programma hebben geleid tot een toenemende maatschappelijke discussie: onder welke bevolkingsgroepen in Suriname komt HIV het meest voor?
Terwijl het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Arbeid (VWA) oproept tot voorzichtigheid om stigmatisering te voorkomen, groeit de roep om meer transparantie en gerichte informatie over de verspreiding van het virus.
Volgens Monique Holtuin, HIV-focal point bij het ministerie, leven naar schatting 8.000 mensen in Suriname met HIV. Ongeveer 4.000 van hen kennen hun status, en 85 procent daarvan krijgt behandeling.
De resterende groep weet niet dat zij besmet is en vormt daardoor een belangrijk aandachtspunt in de strijd tegen verdere verspreiding.
Debat over bevolkingsgroepen
In de samenleving klinkt steeds vaker de vraag welke bevolkingsgroepen het meest getroffen zijn.
Sommige burgers vinden dat het ministerie openheid moet geven over demografische patronen, zodat gerichte voorlichting kan worden ontwikkeld.
Hoewel deskundigen de bezorgdheid begrijpen, waarschuwen ze voor stigmatisering van bevolkingsgroepen: “We begrijpen de behoefte aan duidelijkheid, maar het is belangrijk dat informatie niet leidt tot vooroordelen of stigmatisering. HIV is geen kwestie van afkomst of etniciteit; het gaat om gedrag, kennis en toegang tot zorg.”
Risicofactoren in beeld
Uit de gegevens blijkt dat binnen bepaalde leefstijlgroepen, zoals MSM (mannen die seks hebben met mannen) en jongvolwassenen met meerdere partners, het besmettingsrisico aanzienlijk hoger ligt.
Ook vrouwen die geen toegang hebben tot regelmatige controles of bang zijn voor sociale afwijzing, lopen meer gevaar.
Daarnaast blijft het aantal kinderen dat via moeder-op-kindbesmetting HIV oploopt, een punt van zorg, vooral wanneer moeders niet in behandeling zijn uit angst voor stigma.
![[Aggregator] Downloaded image for imported item #419882](https://www.gfcnieuws.com/wp-content/uploads/2025/11/Foto2-739x375.jpg)



