Het is een opmerking die ik vaker hoor op straat of tijdens een grap onder vrienden: “Coronianen hebben grote tanden.” Sommigen zeggen het lachend, anderen menen het half serieus.
Maar waar komt dat idee eigenlijk vandaan, en klopt het wel dat mensen uit Coronie opvallend grotere tanden hebben dan anderen?
Waar of niet waar?
In gesprekken door het hele land duikt de uitspraak regelmatig op. Het is bijna een soort volksgrap geworden, net zoals er over elke regio in Suriname wel een stereotype bestaat.
Toch lijkt het bij deze bewering meer te gaan om waarneming dan om werkelijkheid. Tandartsen geven aan dat er geen wetenschappelijk bewijs is dat mensen uit één district een ander gebit hebben dan de rest van het land.
“Tandgrootte wordt bepaald door erfelijke factoren, niet door woonplaats,” legde een tandheelkundige mij ooit uit.
Toch heeft de mythe een hardnekkige plek in het dagelijks gesprek. Sommigen denken dat het beeld ooit is ontstaan omdat Coronianen bekendstaan als mensen met brede glimlachen en uitgesproken gezichtskenmerken.
Gevoelig onderwerp
Anderen vermoeden dat het voortkomt uit humor binnen de Surinaamse cultuur, waar plagen en grappen over afkomst een manier zijn om met elkaar om te gaan.
Maar achter de lach zit soms ook een gevoelige kant. Niet iedereen vindt het prettig om telkens op uiterlijke kenmerken aangesproken te worden.
Zeker nu steeds meer mensen bewust nadenken over hoe stereotypering werkt, groeit het besef dat zulke uitspraken onschuldig lijken, maar ook kwetsend kunnen zijn.
Of Coronianen nu werkelijk grotere tanden hebben of niet, één ding is duidelijk: ze hebben in elk geval een glimlach die opvalt. Misschien is dát precies wat de rest van het land bedoelt, zonder het echt te beseffen.
Ida Thornhill
Auteur / Docente







