Ronald Venetiaan was nooit een man van holle frasen.
Toen hij in oktober 2022 het publiek in Grun Dyari toesprak, koos hij voor een ongemakkelijke waarheid: een gekozen leider verdient niet blind lof, maar wel een volk dat hem in de zwaarste bochten niet laat vallen—én dat hem dwingt fouten te corrigeren.
Die dubbele oproep aan Surinamers om president Santokhi “niet in de steek te laten” terwijl hij “moeilijke keuzes” moet maken, was geen carte blanche; het was een ethiek van verantwoordelijk burgerschap.
In de jaren daarna werd die spanning voelbaar. Steun zonder kritiek verwordt tot volgzaamheid; kritiek zonder verantwoordelijkheid wordt cynisme. Venetiaan wees een middenweg: politieke volwassenheid.
Hij kende de prijs van populisme en de verleiding van korte-termijnoplossingen. Daarom koppelde hij steun aan correctie: “hij moet zijn fouten wel corrigeren.” Dat is geen zwaktebod, maar een democratische spier: burgers
die tegelijk dragen én duwen.
Zijn overlijden op 5 november 2025 tekent het einde van een generatie staatsmannen die politiek opvatten als morele discipline.
De vraag is of wij die discipline willen voortzetten. Niet door nostalgie, maar door Venetiaans te denken: beleid beoordelen op inhoud, offers eerlijk verdelen, en instituties zwaarder laten wegen dan gezichten.
Wie alleen schreeuwt dat alles mislukt, bouwt niets op; wie alleen juicht, kijkt weg. Tussen die uitersten ligt het republikeinse werk: meedoen, controleren, volhouden.
Johan Blomhoff
Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor meer informatie of om zelf een ingezonden bericht te sturen, kunt u contact opnemen via [email protected] of direct via WhatsApp.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud





