Van mensen binnen de directe kring van oud-president Chan Santokhi heb ik vernomen dat hij na de verkiezingsnederlaag volledig is ingestort.
Dagen en nachten zou hij hebben gehuild toen hij besefte dat hij de macht kwijt was. Maar moeten we medelijden met hem hebben? Ik vind van niet.
Waar was zijn gevoel toen wij, het volk, moesten ploeteren om rond te komen? Toen de prijzen voor alles de lucht in vlogen, van een pak rijst tot een liter brandstof?
Toen gezinnen moesten kiezen tussen eten kopen of de schoolkosten van hun kinderen betalen? Wij voelden de pijn van zijn beleid, maar hij leek het allemaal prima te vinden.
Iedereen herinnert zich hoe hij zich liet rondrijden met een colonne van twintig peperdure volgauto’s, alsof hij een soort God was in plaats van een dienaar van het volk.
Wegen moesten worden vrijgemaakt, sirenes loeiden, iedereen moest opzij. Dat was geen leider meer, dat was iemand die volledig losgeraakt was van de realiteit.
En dan nog die buitenlandse reizen vol luxe diners, hotels en privileges, allemaal betaald met ons belastinggeld.
Terwijl gewone mensen in Suriname niet eens geld hadden voor een warme maaltijd, zat hij in vijfsterrenhotels te genieten met de duurste champagne en kaviaar.
Dat hij nu huilt omdat hij de macht kwijt is raakt me eerlijk gezegd niet. Wie zoveel schade aanricht aan het volk moet de stilte na de macht zelf leren dragen.
Santokhi treurt om zijn val, maar het volk huilt al veel langer om het onrecht, de armoede en de teleurstelling die hij en zijn regering heeft achtergelaten.
S. Cruden
Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor meer informatie of om zelf een ingezonden bericht te sturen, kunt u contact opnemen via [email protected] of direct via WhatsApp.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud