Bezoekers uit Nederland krijgen in Suriname steevast dezelfde vraag: “Waar vind je het leuker, hier of daar?”
Wat bedoeld is als luchtige interesse, voelt voor veel Surinaamse Nederlanders inmiddels als een vermoeiende routine.
Volgens lifestyle-deskundige Patricia Wong is het fenomeen wijdverspreid en vaak ongemakkelijk.
De vraag wordt zelden neutraal gesteld. Vaak klinkt er een ondertoon van hoop of verwachting in mee: men wil het liefst horen dat Suriname bovenaan staat.
Daardoor krijgt het iets dwingends, alsof je je loyaliteit moet bewijzen. Voor mensen die zich verbonden voelen met beide landen, is dat lastig.
Je vergelijkt immers twee totaal verschillende werelden: aan de ene kant de structuur en zekerheid van Nederland, aan de andere kant de warmte, familiebanden en spontaniteit van Suriname.
Wong merkt op dat het gesprek zelden verder gaat dan het standaardantwoord.
In plaats van oprechte interesse in iemands leven of ervaring, lijkt het vooral te gaan om bevestiging. Dat maakt het oppervlakkig, terwijl het onderwerp juist vraagt om nuance.
Bovendien speelt er iets diepers. Achter de vraag schuilt soms frustratie over het leven in Suriname.
Door te horen dat het hier leuker is, hopen mensen zich beter te voelen over hun eigen situatie. Maar die behoefte aan geruststelling legt onbewust druk op de ander.
Wong adviseert daarom om de vraag te heroverwegen.
Wie écht wil weten hoe iemand zijn verblijf ervaart, kan beter vragen: “Wat vind je fijn aan Suriname?” of “Wat valt je op?” Dat opent het gesprek, zonder het gevoel van moeten kiezen.







