De recente ondertekening van een overeenkomst tussen Suriname en Azerbeidzjan die de visumplicht voor houders van diplomatieke en dienstpaspoorten afschaft, heeft in de Surinaamse samenleving voor kritiek gezorgd.
Veel burgers vragen zich af wat deze stap hen oplevert en benadrukken dat de voordelen vooral naar diplomaten gaan. Vragen over de economische waarde, de samenwerking tussen beide landen en de concrete voordelen voor de gewone Surinamer blijven onbeantwoord.
Burgers roepen op tot tastbare acties en resultaten, en benadrukken dat diplomatieke ontmoetingen niet slechts symbolisch mogen blijven.
Minister Melvin Bouva van Buitenlandse Zaken benadrukte dat de ontmoeting met zijn Azerbeidzjaanse ambtgenoot Jehun Bayramov, in de marge van de 80ste Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, plaatsvond in het kader van 25 jaar diplomatieke betrekkingen tussen Suriname en Azerbeidzjan.
Tijdens de bijeenkomst spraken de ministers niet alleen over de historische banden, maar ook over concrete samenwerking op het gebied van toerisme, onderwijs en de agrarische sector.
Bouva sprak zijn dank uit voor de door Azerbeidzjan aangeboden studiebeurzen voor Surinaamse studenten en benadrukte het belang van onderwijs als pijler voor duurzame ontwikkeling.
Ook werd de wens geuit om de Surinaamse toerismesector te versterken, met speciale aandacht voor kennisuitwisseling en technische ondersteuning bij het behoud en herstel van cultureel erfgoed, waaronder het historisch centrum van Paramaribo, dat op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat.
Daarnaast werd besproken hoe Suriname kan profiteren van de ervaring van Azerbeidzjan in de olie- en gassector.
Het doel is kennis en praktijkervaring te benutten om brede en duurzame economische groei te realiseren, waarvan de opbrengsten ten goede komen aan de gehele samenleving.