Terwijl het nieuwe schooljaar voor de deur staat, heerst er onder veel Surinaamse leerkrachten teleurstelling en demotivatie.
Het salaris van de meeste leerkrachten ligt tussen SRD 9.000 en 15.000, een bedrag dat volgens hen onvoldoende is om de dagelijkse kosten van levensonderhoud te dekken.
De financiële druk wordt versterkt door het feit dat secundaire voorzieningen minimaal zijn. Zo wordt bijvoorbeeld voor een bril slechts SRD 2.000 vergoed, terwijl de aanschafkosten voor een correctiebril vaak bijna een volledig maandsalaris bedragen.
De lage salarissen en minimale secundaire voorzieningen hebben directe gevolgen voor het welzijn en de motivatie van leerkrachten.
Veel onderwijsprofessionals geven aan dat het moeilijk is om zich volledig te richten op hun lesgeven wanneer zij zich zorgen maken over hun eigen financiële situatie. Sommigen overwegen daarom nevenactiviteiten of tweede banen, wat hun energie en tijd voor de klas vermindert.
Tijdens een recente uitzending van het televisieprogramma Bakana Torie reageerde minister Dirk Currie op deze problematiek.
Hij gaf aan dat het verbeteren van de situatie niet uitsluitend de verantwoordelijkheid van het ministerie van Onderwijs is.
Currie deed echter geen toezegging tot een salarisverhoging, ondanks dat leerkrachten hier al langere tijd op hopen.
De afwezigheid van concrete maatregelen laat veel onderwijsprofessionals achter met frustratie en onzekerheid, net voor de start van het nieuwe schooljaar.
Critici van het huidige beleid benadrukken dat het structureel aanpakken van salarissen en secundaire voorzieningen noodzakelijk is om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen.
Onderwijsspecialisten wijzen erop dat ondergewaardeerde en onderbetaalde leerkrachten sneller burn-out raken, minder gemotiveerd zijn en dat dit uiteindelijk een negatieve invloed heeft op de leerlingen en hun leerprestaties.
Daarnaast spelen er bredere maatschappelijke vragen. Het onderwaarderen van leerkrachten kan ertoe leiden dat jong talent de onderwijssector mijdt, waardoor tekorten aan gekwalificeerde leerkrachten op termijn nog groter worden.
Voor de regering is het volgens deskundigen daarom belangrijk om zowel financiële compensatie als betere secundaire voorzieningen serieus te overwegen, zodat leerkrachten gemotiveerd blijven en het onderwijs duurzaam versterkt wordt.