President Jennifer Geerlings-Simons heeft vrijdag tijdens Bakana Tori benadrukt dat er dringend afspraken moeten worden gemaakt met de vervoerders om leerkrachten tijdig naar hun standplaatsen in het binnenland te brengen.
Dit in verband met de geplande start van het schooljaar in oktober.
Het staatshoofd gaf aan dat er nog achterstanden zijn in de betaling van bus- en boothouders. Samen met de minister van Financiën en Planning wordt bekeken hoe er zo snel mogelijk financiële middelen beschikbaar kunnen worden gesteld. “Al is het gedeeltelijk, zodat de leerkrachten vervoerd kunnen worden,” aldus de president.
Hoewel Simons erkent dat het een uitdaging is om op 1 oktober te starten, blijft het uitgangspunt dat de scholen in oktober van dit jaar van start moeten gaan.
Zij verwees daarbij naar de situatie van vorig jaar, toen verschillende scholen in het binnenland pas eind november begonnen. “Dat kan en mag niet opnieuw gebeuren,” stelde de president.
Ook minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, Dirk Currie, gaf eerder aan dat hij er alles aan doet om alle scholen in het land gelijktijdig per 1 oktober te openen.
Ondanks de logistieke problemen met transport en huisvesting van leerkrachten, blijft het ministerie vasthouden aan de doelstelling van een landelijke, gelijktijdige start van het nieuwe schooljaar.