Het blijft voor velen onbegrijpelijk dat de directeur van de Melkcentrale nog steeds rustig op zijn post blijft, terwijl er een groot onderzoek loopt naar de verdwijning van maar liefst 75.000 kilo melkpoeder.
In totaal gaat het om ruim 4.000 zakken van 25 kilo, verdeeld over vier containers, met een geschatte waarde van circa SRD 17 miljoen.
De directeur verklaarde in de media dat hij niet weet hoe de verdwijning heeft kunnen plaatsvinden en schuift de verantwoordelijkheid af op de magazijnbeheerder.
Ondertussen groeit de verontwaardiging in de samenleving. “De kleine man wordt al opgesloten voor het stelen van fruit. Hoe kan zoveel melkpoeder verdwijnen zonder medeweten van hogerhand?”, klinkt het fel.
Onderzoek en aanhoudingen
Ruim drie weken geleden werd al aangifte gedaan van de verdwijning. Op 29 augustus hield de politie een medewerker van de afdeling voorraadbeheer aan voor verhoor. Er werden echter geen aanwijzingen gevonden dat hij betrokken was bij de zaak. Het politieonderzoek loopt nog.
Minister Mike Noersalim van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) heeft intussen ingegrepen door een nieuwe Raad van Commissarissen (RvC) bij de Melkcentrale te benoemen.
Deze bestaat uit Monché Atompai, Ritesh Bissumbhar, Franklin Misiekaba, Larissa Bardan en Soemjatie Somohardjo. Zij moeten binnen een week hun eerste bevindingen rapporteren aan de minister.
Politieke aandacht
De kwestie werd ook door de personeelsbond aangekaart bij de vaste commissie van De Nationale Assemblée (DNA), belast met LVV-zaken. Op 3 september bracht deze commissie, samen met het Quick Scan Team van het ministerie, een bezoek aan de Melkcentrale.
De publieke verontwaardiging is groot: “Opsluiten, want anders is hij straks ook verdwenen.”
“Stop met klassenjustitie. De kleine man gaat de cel in voor fruit, maar hier blijft de directeur zitten alsof er niets is gebeurd.”
“Zoveel melkpoeder verdwijnt niet zonder dat de top er iets van weet.”
Anderen stellen dat de directeur bewust buiten schot blijft, terwijl medewerkers rond hem al op non-actief zijn gesteld.
De samenleving eist dat de verantwoordelijken stevig aan de tand worden gevoeld. “Dit kan niet zomaar onder het tapijt worden geveegd. Suriname wil weten waar de melkpoeder gebleven is.”