Dat je je levenspartner verlaat omdat die geen koffie voor je zet klinkt zwaar. Maar als je het hele verhaal hoort, ga je misschien anders denken.
Toen ik nog in Holland woonde, had ik een Surinaamse collega. We werkten samen en raakten bevriend. Hij vertelde me vaak over zijn relatie.
Alles, van mooie momenten tot ruzies. Hij had een Nederlandse vrouw. Moderne dame, goed gekleed, vriendelijk ook. Ik heb haar één keer ontmoet. Ze werkte parttime, hij fulltime.
Toch waren er strubbelingen. En laten we eerlijk zijn, elke relatie heeft dat. Maar wij Surinamers zijn van huis uit wat traditioneler.
We zijn gewend om op elkaar te bouwen. Samen het huishouden doen, samen zorgen. In Suriname accepteren we nog die traditionele verhoudingen.
Een man die zorgt, maar ook verwacht dat zijn vrouw hem ondersteunt thuis. En andersom ook. Daar hebben we meestal geen moeite mee.
In Nederland is de opvoeding vaak anders. Meer gericht op zelfstandigheid. Een vrouw daar leert sneller om op eigen benen te staan. Minder gericht op dat samen-zorgen. Niet slecht, gewoon anders.
Mijn collega klaagde soms. Dan kwam hij moe thuis, zij had die dag niet gewerkt, maar er stond geen eten klaar.
Hij verwachtte geen driegangenmenu hoor. Maar telkens “maak maar zelf je eten”, dat begon te wegen.
Hij zei altijd: het gaat niet om verplichting, maar om zorg. Kleine dingen, zoals een bord eten. Of een kop koffie.
De druppel kwam op een ochtend. Hij vroeg koffie, hij moest vroeg naar werk. Ze zei: “Doe het zelf.” Die woorden deden hem pijn. Alsof zijn moeite niks waard was.
Hij zei niks, maar het zat hem tot bovenaan z’n lip. Kort daarna gingen ze uit elkaar. Hij vond later iemand anders. Ze wonen nu samen. Geen perfectie, maar wel begrip.
Foto ter illustratie.
Voor contact: patricia@gfcnieuws.com of direct via WhatsApp.