Suriname heeft zich in de kwestie rondom het Tigri-gebied tot nu toe opvallend laconiek opgesteld, terwijl Guyana steeds proactiever optreedt en het gebied op internationale podia blijft claimen.
Nu minister van Buitenlandse Zaken Albert Ramdin zich opmaakt om mogelijk de volgende topman van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) te worden, rijst de vraag: zal hij zich eindelijk sterk maken voor het Surinaamse standpunt, of blijft de overheid passief toekijken?
Surinaamse passiviteit vs. Guyanese assertiviteit
De territoriale discussie over het Tigri-gebied is al decennialang een geopolitiek probleem. Guyana toont zich hierin zelfverzekerd en fel, terwijl de Surinaamse reactie vaak halfslachtig en traag is.
In plaats van een consistente en assertieve diplomatieke strategie te voeren, lijkt Suriname steeds afwachtend en reactief te handelen.
Terwijl Guyanese regeringsleiders luid en duidelijk hun claim op Tigri uitspreken en het onderwerp internationaal agenderen, blijft het Surinaamse standpunt onduidelijk en ontbreekt het aan een sterke lobby.
Dit heeft ervoor gezorgd dat Guyana zijn positie op de wereldkaart steeds beter weet te verdedigen, terwijl Suriname achter de feiten aanloopt.
Kan Ramdin de trend keren?
Als minister van Buitenlandse Zaken en mogelijk toekomstig topman van de OAS, heeft Ramdin de perfecte kans om Suriname’s belangen stevig te verdedigen. De vraag is echter of hij dat ook zal doen.
Zijn eerdere beleidsvoering laat zien dat hij vooral de diplomatieke route bewandelt, zonder de harde politieke statements die Guyana wél maakt.
Maar als Suriname wil voorkomen dat het Tigri-gebied definitief in Guyanese handen valt, is een krachtiger optreden noodzakelijk.
De Surinaamse regering moet stoppen met haar afwachtende houding en actiever het internationale speelveld betreden. Het is niet genoeg om op incidenten te reageren; er moet een duidelijke, goed onderbouwde claim komen die op elk diplomatiek niveau wordt uitgedragen. Dat is niet alleen de verantwoordelijkheid van Ramdin, maar van de hele regering.
De urgentie van diplomatieke actie
Suriname kan het zich niet permitteren om langer passief te blijven. Elk moment van stilte en gebrek aan actie speelt Guyana in de kaart.
Het is hoog tijd dat Ramdin, en de regering als geheel, met een duidelijke strategie komen om Suriname’s recht op het Tigri-gebied op internationaal niveau te verdedigen.
Zal Ramdin deze kans grijpen om als een daadkrachtige diplomaat Suriname’s territoriale belangen veilig te stellen?
Of blijft hij zich richten op zijn persoonlijke ambities binnen de OAS, terwijl Guyana steeds verder oprukt?
D. Karamat-Ali

Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor meer informatie of om zelf een ingezonden bericht te sturen, kunt u contact opnemen via info@gfcnieuws.com of direct een WhatsApp-bericht versturen.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud