In Suriname groeit bijna ieder kind ermee op. Volwassenen die geen familie zijn worden aangesproken met “oom” of “tante”.
Het kan de buurvrouw zijn die altijd een praatje maakt, de winkelier bij wie je elke dag langskomt of een vriend van je ouders. Voor veel kinderen is het vanzelfsprekend, al is er geen enkele bloedband.
Achter dit gebruik schuilt een traditie. In de Surinaamse samenleving staat respect voor ouderen hoog in het vaandel.
Een volwassene bij de voornaam noemen wordt in veel gezinnen nog steeds gezien als brutaal.
Door iemand oom of tante te noemen, laat een kind niet alleen beleefdheid zien, maar erkent het ook de positie van de volwassene binnen de sociale orde.
Opvallend is dat deze gewoonte ook in een modernere tijd standhoudt. Jongere generaties die opgroeien in een wereld waar individualisme toeneemt, nemen de aanspreekvorm vaak nog steeds over.
Toch zijn er ook tekenen van verandering. Sommige ouders vinden dat kinderen meer vrijheid mogen hebben, vooral wanneer iemand zelf aangeeft liever bij de voornaam genoemd te worden.
Een analyse van GFC Nieuws Lifestyle wijst erop dat dit gebruik meer is dan een beleefdheidsvorm. Het draagt bij aan het gevoel van gemeenschap waarin zelfs onbekenden worden gezien als deel van een groter geheel.
Voor bezoekers van buiten Suriname kan het vreemd lijken, maar voor velen hier voelt het natuurlijk en vertrouwd.
Deze kleine gewoonte vertelt veel over hoe in Suriname respect, traditie en saamhorigheid verweven zijn in het dagelijks leven.