In aanloop naar vijftig jaar Srefidensi organiseerde de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) de paneldiscussie “Building the Next 50 Years on a Sustainable Foundation”.
Tijdens deze historische bijeenkomst stonden experts uit bedrijfsleven, overheid, academische sector en civil society stil bij de vraag: Hoe bouwen we de komende vijftig jaar op een stevig fundament?
De VSB benadrukte dat duurzame vooruitgang begint bij een krachtige, betrouwbare en transparante overheid. Artikel 6 van de Grondwet stelt helder dat de regering verantwoordelijk is voor het scheppen van voorwaarden voor ontwikkeling, het garanderen van rechten en vrijheden en het bevorderen van welvaart en welzijn voor het gehele volk.
De avond maakte duidelijk dat Suriname zich op een kantelpunt bevindt. Vertraging in beleidsuitvoering, verzwakte instituties en een gebrek aan langetermijnvisie verhinderen dat het land zijn potentieel volledig benut. Sprekers riepen op tot een koerswijziging waarbij daadkracht, samenwerking en institutionele versterking centraal staan.
50 jaar macro-economische evolutie: “We kunnen ons geen herhaling veroorloven”
Grondstoffenafhankelijkheid en zwakke instituties
Keynote spreker Dr. Gavin Ooft (SEOB) waarschuwde dat Surinames afhankelijkheid van grondstoffen het land structureel kwetsbaar maakt.
Ondanks verbeteringen in basisindicatoren, vormt de kwaliteit van onderwijs een kritieke rem op ontwikkeling. De economie blijft onvoldoende divers en de werkgelegenheid concentreert zich te veel in de dienstensector.
Karel Eckhorst (IMF) stelde dat Suriname de voorbije decennia te weinig heeft gedaan om regelgeving en instituties te moderniseren.
Zonder sterke kennisinstituten en een stevig investeringsklimaat zal transformatie van natuurlijke hulpbronnen naar duurzame economische waarde uitblijven.
Steven Debipersad (VES) benadrukte dat de economie onvoldoende waarde creëert omdat grondstoffen nog steeds onverwerkt worden geëxporteerd. Alleen een radicale koerswijziging kan Suriname uit deze cyclus halen.
Saira Jahangir-Abdoelrahman (CBvS) pleitte voor het Nationaal Ontwikkelings Raamwerk 2075 (NOR), grondwettelijk verankerd om beleidsoverstijgende continuïteit te garanderen. Spaarbuffers, innovatie en strategische handelsakkoorden vormen essentiële voorwaarden.
Rekha Bissumbhar (VSB) stelde dat Suriname alleen vooruitkomt als de cultuur van vrijblijvendheid wordt doorbroken. Zij riep op tot versterking van het ondernemersklimaat, professionele governance en eerlijke stimulansen voor duurzame sectoren zoals landbouw en toerisme.
50 jaar politiek-bestuurlijke evolutie: “Vertrouwen is de ruggengraat van vooruitgang”
FHR: herbezinning op overheidssturing
Hoofdspreker Hans Lim A Po (FHR) schetste dat effectieve overheidssturing alleen mogelijk is als staat en samenleving in balans opereren. Een gedeelde langetermijnvisie, collectief politiek leiderschap en nationale afspraken zijn cruciaal.
Sharda Ganga (PROJEKTA) benadrukte dat systemen die falen eindelijk moeten worden vervangen. Civil society moet worden erkend als kritische maar constructieve tegenmacht.
Historicus Maurits Hassankhan riep op tot een wettelijk verankerde langetermijnvisie die alleen met brede consensus kan worden gewijzigd.
Advocaat Serena Muntslag-Essed wees op het gevaar van passiviteit: zonder consequente handhaving van regels en tijdige interventie zal Suriname blijven vastlopen.
Minister Andrew Baasaron stelde dat Suriname leiders nodig heeft die het nationale belang boven politieke kleur plaatsen. Hij pleit voor een vierpartite overlegstructuur met civil society als volwaardige partner.
Reflectie: Goed bestuur als fundament voor de volgende 50 jaar
In zijn reflectietoespraak benadrukte Gaetano Best dat Suriname zijn toekomst niet aan het toeval moet overlaten.
Een nationaal raamwerk voor corporate governance is volgens hem noodzakelijk. Alle rechtspersonen – van staatsbedrijven tot private ondernemingen – moeten functioneren in lijn met maatschappelijk belang. Het recent opgerichte Centrum voor Goed Bestuur (CGB) zal hierin een sleutelrol spelen.
VSB roept op tot gezamenlijke actie: “De tijd van praten is voorbij”
De VSB concludeert dat Suriname pas vooruit kan wanneer overheid, private sector, vakbeweging en civil society een duurzame samenwerking aangaan. Dit vereist:
-
minder bureaucratie
-
versterking van lokale kennis en capaciteit
-
erkenning van de private sector als volwaardige partner
-
een cultuur van integriteit, professionaliteit en verantwoordelijkheid
De VSB doet een beroep op de regering om de lessen van de afgelopen vijftig jaar om te zetten in beleidscontinuïteit en concrete uitvoering.
De komende vijftig jaar moeten niet alleen worden vormgegeven met woorden, maar vooral met daden.
