De boodschap tijdens de bijeenkomst van het Suriname Business Forum (SBF) was onmiskenbaar: Suriname kan zich geen verder verval van de agro-industrie veroorloven.
De onderzoeksresultaten, gefinancierd door de Inter-American Development Bank (IDB), schetsen een confronterend beeld: een land dat ooit een trotse agrarische exporteur was, is in vijftig jaar tijd teruggevallen tot een speler die nauwelijks zijn eigen voedselzekerheid kan garanderen.
Volgens critici is dit falen grotendeels te wijten aan decennia van zwak bestuur, gebrek aan transparantie en plannen die nooit werden uitgevoerd.
Terwijl andere landen hun agrarische sector moderniseerden en exportstromen vergrootten, bleef Suriname steken in visies op papier en politieke beloften zonder resultaat.
VSB-voorzitter Rekha Bissumbhar stelde tijdens haar toespraak dat voedselzekerheid verder gaat dan productie. Betaalbaarheid, veiligheid en betrouwbare markttoegang moeten gegarandeerd zijn. “Zonder governance en duidelijke nationale sectorplannen blijft Suriname achter de feiten aanlopen,” waarschuwde zij.
Ze riep nadrukkelijk op tot agrarische zonering – het aanwijzen van de juiste gewassen voor de juiste gronden – en tot partnerschappen tussen grote bedrijven, lokale ondernemers en opleidingsinstituten.
“We hebben voorbeelden gezien dat samenwerking kan werken, maar het ontbreekt aan een structureel en regerings-overstijgend beleid,” aldus Bissumbhar.
Critici benadrukken dat zonder harde politieke keuzes, de beloften rond een Suriname Agrarisch Plan wederom in de lade zullen verdwijnen. Dat zou desastreus zijn, niet alleen voor de export, maar ook voor de betaalbaarheid van voedsel voor de eigen bevolking.
De regering kondigde aan dat de bevindingen van het SBF-onderzoek worden meegenomen in de uitwerking van een Suriname Agrarisch Plan.
Dit plan moet binnen afzienbare tijd gepresenteerd worden en wordt volgens minister Andrew Baasaron gebouwd op de pijlers klimaatadaptatie, circulaire economie, innovatie en educatie.