Suriname blijft kampen met een hardnekkige vertrouwenscrisis veroorzaakt door aanhoudende corruptie.
Volgens de Corruption Perceptions Index (CPI) 2024 van Transparency International scoort het land slechts 40 van de 100 punten, goed voor een 88ste plaats van de 180 onderzochte landen wereldwijd. Dit wijst op een diepgeworteld probleem dat niet alleen de economie, maar ook het vertrouwen van burgers in de overheid en instituties aantast.
De lage score weerspiegelt de aanhoudende zorgen over integriteit binnen de publieke sector, gebrek aan transparantie bij aanbestedingen en de beperkte effectiviteit van toezichtmechanismen.
Hoewel Suriname de Anti-corruptiewet van 2017 heeft aangenomen en de Anti-corruptie Commissie formeel is ingesteld, is de uitvoering ervan nog onvoldoende om structurele verandering te bewerkstelligen.
Volgens bestuurskundigen is er een kloof tussen wetgeving en daadwerkelijke handhaving: “De wet is een stap in de goede richting, maar zonder politieke wil, budget en onafhankelijk onderzoek blijft ze een papieren tijger. Corruptiebestrijding vraagt niet alleen regels, maar ook daden.”
“Elke vorm van corruptie – van kleine gunsten tot grootschalige fraude – ondermijnt de rechtsstaat. Burgers verliezen vertrouwen in justitie en bestuur. Dat is funest voor ontwikkeling.”
Gevolgen voor samenleving en economie
De gevolgen van corruptie zijn breed voelbaar. Ondernemers signaleren toenemende onzekerheid bij investeringen, burgers ervaren frustratie over ongelijkheid en jongeren verliezen vertrouwen in de toekomst van hun land.
Volgens Transparency International is corruptie één van de belangrijkste factoren die economische groei in ontwikkelingslanden afremt.
De Anti-corruptie Commissie speelt formeel een rol in preventie, signalering van misstanden en bewustwording, maar kampt met beperkte middelen en personele capaciteit.
Hierdoor blijven veel zaken onopgehelderd en ontbreekt het aan structurele vervolging van corruptie binnen de overheid en het bedrijfsleven.
De lage CPI-score van 40/100 benadrukt dat Suriname nog een lange weg te gaan heeft in de strijd tegen corruptie. Zolang instellingen niet onafhankelijk kunnen optreden en politieke bescherming blijft bestaan, zal herstel van vertrouwen een uitdaging blijven.
De kernboodschap is duidelijk: transparantie, handhaving en politieke wil zijn de sleutel tot verandering.