OPINIE – De Surinaamse politieke partij DA’91 heeft onlangs een brief gestuurd naar het Internationaal Gerechtshof (ICJ), waarin zij Guyana beschuldigt van het indienen van een kaart waarop Tigri, een betwist gebied, als onderdeel van het Guyanese grondgebied wordt weergegeven.
De kaart wordt door DA’91 bestempeld als “verbazingwekkend en diep betreurenswaardig”. Deze ontwikkelingen roepen de vraag op of de Guyanese regering zich wel aan de principes van goede nabuurschap houdt en of er sprake is van een welwillende aanpak om geschillen op een diplomatieke manier op te lossen.
In reactie op de kritiek van DA’91 heeft vicepresident Jagdeo van Guyana verklaard dat de kwestie niet is besproken tijdens ontmoetingen met belangrijke Surinaamse functionarissen. Hij beschuldigt bepaalde groepen in de Surinaamse oppositie van opportunisme en benadrukt dat Guyana zijn focus zal behouden op het lopende geschil met Venezuela bij het ICJ.
De houding van de Guyanese regering, gekenmerkt door afwijzing en het negeren van de zorgen van de buurman, roept op tot een vastberaden reactie van Suriname. De Surinaamse regering moet niet laconiek reageren op deze vermeende brutaliteit, maar eerder een assertieve positie innemen om de belangen van het land te beschermen.
Het is van vitaal belang dat Suriname zich actief inspant om de dialoog open te houden en bilaterale besprekingen aan te moedigen om tot een vreedzame oplossing van het geschil te komen. Het negeren van de zorgen van de Surinaamse oppositie en het afdoen van de kwestie als opportunistisch geruzie, getuigt mogelijk van een gebrek aan respect voor de bezorgdheid van een buurland.
Suriname moet diplomatieke kanalen blijven benutten en internationale steun zoeken om ervoor te zorgen dat het geschil op een eerlijke en wederzijds aanvaardbare manier wordt opgelost. Het is essentieel dat de regering van Suriname zich niet laat intimideren door de assertieve houding van Guyana, maar standvastig blijft in haar streven naar een rechtvaardige oplossing.
Als buurlanden met een gedeelde geschiedenis en belangen, is het in het belang van beide partijen om de rust te bewaren en samen te werken aan een constructieve oplossing. Suriname moet zich niet laconiek opstellen, maar eerder proactief streven naar een diplomatieke doorbraak in dit complexe grensgeschil.
N. Mohari
DISCLAIMER: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC het eens is met de inhoud
